Wandeling B - deel 6 "Bloemhof, Kiefhoek en Vreewijk"
(7,5 + 2km)
…van Maashaven via beton- en tuindorpen, langs de Kuip naar het Zuidplein.
Kaart
van het eerste deel van de wandeling
Nummers <1> t/m <7> in de tekst corresponderen met nummers op de kaart. |
|
|
Metro
Maashaven
Tramhalte
lijn
2
<1>
Naast het Metrostation staat een grote graansilo. De
oorspronkelijke silo werd in 1910 door J.P. Stok ontworpen en was een
van de eerste betonconstructies in de stad. In 1931 werd het uitgebreid
door Brinkman en Van der Vlugt met een
voor die tijd moderne betonconstructie. De opdracht was een zo groot
mogelijke silo te bouwen als maar bouwkundig verantwoord was. In de
jaren '50 werd het nog eens uitgebreid.
In de jaren '80 verloor het zijn functie als silo. Het was niet
makkelijk om een nieuwe functie te bedenken voor dit typische
modern-monumentale gebouw. Het werd uiteindelijk een dance club en een
"Creative Factory", een broedplaats voor creatieve startende
bedrijven. Het metrostation zelf is één van drie bovengrondse
metrostations die in 1968 in gebruik werden genomen voor de eerste
metrolijn in Nederland. Het traject was nog maar 6 km lang en liep van
het Centraal Station naar Zuidplein. De drie stations op Zuid,
Rijnhaven, Maashaven en Zuidplein werden door architect Veerling van
Gemeentewerken ontworpen, die bewust gelijkvormig zijn gemaakt.
Enerzijds om de stations op Zuid een identiteit te geven, anderzijds
werd zo op de kosten bespaard. De ontwerpen zijn open door het gebruik
van veel glas. De overkapping is een vrolijk gevouwen betonnen dak.
Station Maashaven is een overstapstation tussen metro en tram.
We steken de Dordtselaan bij het stoplicht over en lopen de Putselaan in (aan de rechterzijde).
Op nr. 184 zien we een schoolcomplex uit 1930. De voorgevel doet nogal gesloten aan. De klaslokalen liggen aan de achterzijde. Op nr 180 staat het Klooster. Dit is het voormalige broederhuis van Sint Louis, waarvan de broeders en paters lesgaven op de ernaast gelegen school. De gevel is symmetrisch en kappen verspringen, waardoor een levendig beeld ontstaat. Het gebouw is ontworpen door de gebroeders Herman en Evert Kraaijvanger. Deze architecten van katholieke huize hebben veel gebouwd in Rotterdam, met name voor katholieke opdrachtgevers, waaronder V&D, C&A, katholieke schoolbesturen en de Rooms-katholieke kerk. In de gevel bevind zich een plaquette voor de in de oorlog omgekomen broeders. In het gebouw zit nu door de protestants-christelijke basisschool "Oranjeschool".
We lopen door tot de Hillevliet, die we rechtsaf inslaan (tramlijn volgen). We volgen de Hillevliet tot de 1e Balsemienstraat. Hier slaan we rechtsaf.
Tramhalte
lijn
2
<2>
De Hillevliet is een singel zoals we die ook op de rechtermaasoever aantreffen. De singels hebben vooral een functie in de waterhuishouding van de wijk. Bovendien verlenen ze de woonomgeving groene accenten. Via de 1e Balsemienstraat komen we in de wijk Bloemhof. Samen met de wijk Hillesluis vullen deze buurten de voormalige polders Varkenoord en Hillesluis. In het begin van de 20e eeuw heeft de gemeente met tussenpozen hier geëxperimenteerd met bouwtechnieken en volkshuisvestingsmethoden, waardoor een lappendeken van avant-gardistische woningbouwprojecten is ontstaan. Enerzijds toont het een gebrek aan visie bij de gemeente, anderzijds is het een staalkaart van progressieve opvattingen over volkshuisvesting tussen 1910 en 1935. In Bloemhof zijn alle straten naar bloemen vernoemd.
We slaan de eerste straat links, Jasmijnstraat, in. Vervolgens weer de eerste straat link, Patrimonium's Hof in.
In 1915 realiseerde woningstichting Patrimonium
hier een complex woningen
rond een hofje. Al vanaf 1850 zijn de eerste arbeiderscorporaties
opgericht om woonomstandigheden te verbeteren. Patrimonium komt voort
uit de gelijknamige werkliedenvereeniging uit de 19eeeuw, de grootste
van het land. De eerste steen van het complex werd gelegd op 16 juni
1915. De voorzitter van Patriomonium prees de Rotterdamse ondernemers
die sinds de oprichting van de vereniging als
aandeelhouders hadden geïnvesteerd in het woningbouwproject. Hij
begint zijn rede met een tijdsbeeld. De Eerste Wereldoorlog in de
omringende landen eist veel slachtoffers, maar hier worden
woningen van hoge kwaliteit gebouwd voor ca. fl. 2,50
weekhuur. Hij roemt de goede samenwerking met het college van B&W,
dat in 1914 met 38 vóór- en 6 tegenstemmen de plannen
goedkeurde. In juli 1916 wordt het complex geopend; het wordt snel
populair bij huurders. Het ontwerp is van architect A.P. Kruithof.
De afgeschuinde hoeken van het hofje worden gesierd door puntgevels.
Verder zijn de gevels versierd met allerlei architectonische elementen
zoals balkons, luifels etc. Aan de linkerzijde is een doorgang die met
een sierhek wordt afgesloten. In het hek is de naam Patrimonium
verwerkt. In het midden van het hofje is een plantsoen met fontein
aangelegd. De renovaties van het hofje in de jaren tachtig en later nog
eens in de jaren 90 hebben het karakter van het hofje aangenaam
onaangetast gelaten. In 2007 is het hofje als rijksmonument aangewezen.
We lopen terug via de Jasmijnstraat naar de 1e Balsemienstraat en slaan die linksaf in. We komen nu op Bloemhof.
Dit is een groot plein, waarna de gehele wijk is vernoemd. In 1983 is de buurt gerenoveerd. Met name de bebouwing aan de andere zijde van het plein is daarbij nogal veranderd.
We steken het plein over en vervolgens de 2e Balsemienstraat in. We lopen deze door tot aan de Violierstraat
<3>
We komen nu in een buurt die ook wel de Kossel
wordt genoemd. In 1921 liet de gemeente door J.H. Hulsebosch hier
een buurt met betonbouw ontwerpen. Deze verder onbekende architect
ontwierp ook de Kosselwoningen in het Amsterdamse Betondorp. In 1917 nam
de Rotterdamse gemeenteraad het besluit. Met name Burgemeester Zimmerman
was er tegen. Hij vond dat woningbouw een zaak voor het bedrijfsleven
was, niet de overheid. De sociaal-democratische wethouder
Heijkoop wist het besluit toch door de gemeenteraad te slepen.
Samen met Antoine Plate, de directeur van de net opgerichte
Gemeentelijke Woningdienst had hij het initiatief voor dit project
genomen. Er werd gebruik gemaakt van het gietbouwsysteem van de Duitse
firma Kossel. Er werd op betonbouw overgeschakeld om twee redenen. Er
heerste enorme woningnood (ruim 10.000 woningen) en de bouwkosten
(lonen, materialen) waren enorm gestegen sinds de 1e
wereldoorlog. Met beton had men niet langer traditionele materialen en
geschoolde b
ouwvakkers
nodig. Bovendien dacht men de bouwtijd te verkorten door met prefab
elementen te werken. Dat het bij experimenteren bleef, kwam omdat juist
in de loop van de jaren 20 de bouwkosten weer sterk gingen dalen en
beton minder noodzakelijk werd. Bovendien bestonden er grote weerstanden
tegen betonbouw om esthetische redenen. In de Kossel werden 788 woningen
in twee fasen gerealiseerd. De Kossel I bevind zich tussen de
Violierstraat en de Hortensiastraat. In de jaren tachtig is met
renovatie van de wijk begonnen. Aanvankelijk zijn te zwakke gebouwen
gesloopt en vervangen. Op aandringen van buurtbewoners is vanaf 1990
overgegaan op zoveel mogelijk behoud door restauratie en reconstructie.
We vervolgen de 2e Balsemienstraat tot de Korenbloemstraat en gaan linksaf. Vervolgens rechtsaf de Dahliastraat in en weer rechtsaf de Hortensiastraat in.
Voor het gereconstrueerde poortgebouw is een plantsoen dat het hart van de totale wijk vormt. De Kossel I maakt, door de schuine pannendaken, een wat dorpse indruk. De gevels zijn op verschillende manieren aangekleed. Hier springen de ingangen in, elders juist weer uit. Nieuw is ook dat de woningblokken elkaar nergens raken zodat er niet zoals elders gesloten blokken ontstonden.
We gaan nu linksaf de Primulastraat in.
We komen nu in de Kossel II. Deze tweede fase van het plan is soberder dan de eerste. De firma Kossel werd door de gemeente gedwongen de prijs te drukken. Daarom is de uitvoering van de woningen een stuk simpeler en de bouwdichtheid veel hoger in Kossel II.
We slaan linksaf de Hyacinthstraat in
Het kinderdagverblijf hier is ontworpen door architectengroep Delfshaven en dateert uit 1993.
We slaan meteen rechtsaf de Lobeliastraat in. Deze straat lopen we uit tot de Resedastraat, die we linksaf inslaan. We lopen door tot aan de Lange Hilleweg. Deze slaan we linksaf in.
De Lange Hilleweg vormt de grens tussen Bloemhof en de Strevelswijk. In het midden ligt een singel. Aan de linkerhand zien we een blok met betonwoningen uit 1930. Ze vormen het sluitstuk van de Kossel en werden door W. van Tijen ontworpen. Ze werden uitgevoerd met behulp van het Korrelbeton-systeem, dat nog goedkoper was dan het Kosselsysteem, door de herbruikbare bekisting.
Bij de volgende brug steken we de Lange Hilleweg over en lopen de Sandelingenstraat in.
Dit deel van Rotterdam-Zuid, de Strevelswijk kwam na 1918 tot stand. Het is vernoemd naar een gehucht in de Zwijndrechtse Waard. De straten zijn vernoemd naar dorpen, gehuchten en polders in de vroegere Zwijndrechtse waard. Er werd hier een duizendtal semi-permanente lage huisjes gebouwd met een landelijk karakter, waardoor er een soort tuindorp ontstond. Inmiddels zijn de meeste huizen gerenoveerd. Er zijn blauwe dakkapellen aangebracht, die meer woonruimte bieden.
We lopen tot aan de Dortsmondstraat.
Aan de rechterzijde zien we een uitloper van het eerste Stulemeijercomplex.
Dit is het eerste betonexperiment
in
Rotterdam uitgevoerd in 1921 volgens het Isola-systeem van IGB (voorheen
Stulemeijer), een concurrent van Kossel. Dit complex bestaat ook uit
losse rijen woningen met platte daken, die nogal afsteken tegen de
traditionelere bebouwing er omheen. Alle woningen hebben platte daken en
er is getracht met behulp van entrees, balkons en inhammen een plastisch
gevelbeeld te creëren. Door middel van lijsten, banden en kleurvlakken
is het horizontale karakter geaccentueerd. Er zijn twee poorten in de
bebouwing aangebracht.
We slaan linksaf de Dortsmondstraat in. We lopen deze uit, steken het Zwijndrechtseplein over en slaan linksaf de Meerdervoortstraat in. Daarna slaan we rechtsaf de Grote Lindtstraat in.
<4>
We komen nu in de Kiefhoek. Kiefhoek is ook een
dorp in de Zwijndrechtse Waard, dat officieel Kijfhoek heet. Tussen 1925
en 1930 ontwierp Oud een wijkje voor
grote gezinnen met een kleine beurs. Het heeft alles van een in tot de
kleinste details
uitgedachte woonwijk. Vrijstaande kopwoningen, wit pleisterwerk, platte
daken, horizontale vensterstroken een speelplaats en primaire kleuren.
Eerder bouwde Oud een soortgelijk project in Hoek van Holland. De
harmonische opzet van de wijk toont Oud's afkomst uit de kunststroming
de Stijl. Het was voorlopig een van de
laatste gemeentelijke projecten. De bouwkosten waren weer gekelderd en
de animo voor gemeentesubsidies daarmee ook. Ook de noodzaak voor beton
was verdwenen en dus werd de Kiefhoek gewoon gemetseld en daarna
gepleisterd. Er werd ook weer meer gebouwd door particulieren, zij het
niet voor de allerarmsten, waarvoor de Kiefhoek was bedoeld. Voor het
besluit tot realisatie ontstond in de Gemeenteraad een nogal
onsmakelijke discussie. In de oorspronkelijke plannen waren de woningen
voorzien van een douche en een extra kraan op de slaapetage. Dit was
voor veel raadsleden te veel luxe. "Valide" arbeiders hadden die immers
ook niet. Het had dus geen pas om met hun belastinggeld voor de
allerarmsten wel dergelijke luxe voorzieningen te scheppen. Volgens
een raadslid was dit ook niet nodig: "...die menschen verlangen niet
naar dat water in zoo grote hoeveelheid in hun woningen. Dat is een
soort bewoners, die veeleer watervrees dan waterlust hebben." Ook stelde
hij "dat het niet op den weg van de Gemeente ligt om woningen te bouwen
met het doel gezinnen te verheffen." . Anderen vonden het hele project,
gezien de leegstand in de betonwoningen, overbodig. De christelijke
fracties gingen accoord nadat wethouder
Heijkoop had beloofd dat de woningen bij voorkeur naar grote
gezinnen zouden gaan. Wethouder Heijkoop wist tenslotte de raad ervan te
overtuigen dat "minder draagkrachtige" gezinnen, waaronder ook mensen
met "gedegenereerde woonzeden" wel hulp en "opvoedend toezicht" nodig
hadden en dat dit project en de woninginspectie daartoe de aangewezen
middelen waren. Het voorstel werd uiteindelijk met 30 leden voor en 7
tegen aangenomen. Woninginspectrices hielden toezicht op het woongedrag
van de bewoners. Vanaf 1985 zijn de woningen gerenoveerd door architect
Wytze Patijn. Twee woningen zijn samengevoegd tot één en de gevels zijn
enigszins aangepast.
We steken de Heer Arnoldstraat over en houden links aan op de Eemstein.
Op nr. 23 staat de kosterwoning die bij de ernaast gelegen kerk hoort. Oud ontwierp kosteloos het kerkgebouw en de woning voor de Hersteld Apostolische Gemeente Rotterdam. De kerk is qua vormgeving volledig geïntegreerd in de omgeving. De glas in lood ramen zijn van de Hongaarse kunstenaar Vilmos Huszár. Er kwam veel kritiek op de kerk, die niet op een kerk leek. De entree van het kerkgebouw is aan de Hillevliet 139.
We lopen rechtsom om de kerk heen over de Hillevliet.
Aan de voorgevel zien we dat het gebouw nu in gebruik is door het Leger des Heils. Het jaartal 1929 wekt de indruk dat het Leger hier al 70 jaar zit, maar dat is niet zo. In 1929 werd het gebouw als kerk voor de Hersteld Apostolische gemeente geopend.
We slaan rechtsaf de andere zijde van Eemstein in. We lopen tot de Heer Arnoldstraat en lopen die linksaf in. We lopen tot aan het Hendrik Idoplein.
Aan het Hendrik Idoplein staan op de hoeken met de Heer Arnoldstraat de twee fotogenieke winkelpanden met de ronde luifels. Op nr 2 is een museumwoning ingericht. Dit blok is in oorspronkelijke staat herbouwd. De inrichting van de woning is ook uit de twintiger jaren. De woning is op afspraak te bezichtigen. (tel. 010-4332231).
We vervolgen de Heer Arnoldstraat naar boven de Groene Hilledijk op. We slaan deze drukke winkelstraat linksaf in.
De Groene Hilledijk vormt de zuidelijke grens van de Hillepolder. Het woord Hille heeft in oorkonden in dit deel van het land de betekenis van door water omringde buitendijkse gronden. In 1525 werden de uitergorzen (buitendijkse gebieden, die bij gewone vloed niet meer onderlopen) ten oosten van het dorp Charlois, die "Hille" werden genoemd, in leen uitgegeven. Deze Hillepolder kreeg een sluis en een sluisvliet. De Groene Hilledijk scheidde de Hillepolder (achter ons) van het Karnemelksland (aan de overzijde).
We lopen tot aan de stoplichten en slaan rechtsaf de Randweg in.
Tramhalte
lijnen
2 en 20
<5>
De Randweg is een singel, waaraan wat duurdere woningen staan.
Op het Breeplein slaan we linksaf en lopen over de brug over het spoor naar het Feyenoord stadion.
Als we vanaf de brug naar het stadion kijken zien we op het plein een standbeeld staan van de voetballer Coen Moulijn. Moulijn speelde als linksbuiten van 1955 tot 1972 voor Feyenoord en wordt als een van de grootste Feijenoorders aller tijden beschouwd. Hij kwam 38 keer uit voor het Nederlands elftal en won met Feijenooord de Europacup en de Wereldbeker voor clubteams. Het standbeel werd in 2009 geplaatst en is van de hand van Tom Waalkop Reijers. Moulijn overleed in 2011.
[Degenen die het Feyenoord Stadion willen overslaan lezen verder bij nr. 7
Tramhalte
lijnen
2 en 20, 25
Voor een bezoek aan het stadion (2km tot nr.<7>) lopen voorbij het stadion en lopen bij het stoplicht linksaf het Van Zandvlietplein op.
<6>
In 1934 werd met de bouw van het Stadion
Feyenoord begonnen. Het initiatief daartoe was genomen door
de toenmalige voorzitter van Feijenoord, Van Zandvliet. Feijenoord
(1908) speelde sinds 1917 aan de Kromme Zandweg. De capaciteit daar van
12.000 was ontoereikend. Geïnspireerd door foto's van Highbury Park in
Londen (Arsenal), nam Van Zandvliet het initiatief tot de bouw van een
stadion met een capaciteit van meer dan 60 duizend toeschouwers op een
dubbeldekstribune. Het bureau van Brinkman
en Van der Vlugt kreeg de
opdracht voor een ontwerp. De bovenste tribune ring hangt boven de
onderste, waardoor de toeschouwers op de twee ring relatief dicht op het
veld zitten en zij op de eerste ring niet gehinderd worden door pilaren.
Ook in het stadionontwerp lieten de architecten hun Nieuwe
Bouwen traditie zien. De kosten van het uit staal en glas
opgetrokken stadion waren relatief laag: fl. 1,2 mln. Zeker in
vergelijking met het fl. 5 mln. kostende Olympisch stadion uit 1928 dat
half zoveel toeschouwers kon bevatten. De bouw werd bekostigd met de
uitgifte van aandelen en obligaties. De capaciteit van ruim 61 duizend
mensen was gekozen met het oog op interlandwedstrijden zoals tegen
België. Bij de eerste Nederland-België in dit stadion was het volledig
uitverkocht.
In 1993 werd pas de eerste ingrijpende verbouwing
begonnen. De tweede ring werd voorzien van een overkapping, die op een
eigen staalconstructie rust. Ook werden alle staanplaatsen door
zitplaatsen vervangen. Hierdoor is de capaciteit teruggebracht tot een
klein 44 duizend toeschouwers, waarvan 80-90% bij regen droog kan
zitten. Ook werd de Maastribune vervangen door een business units en een
eretribune. Rond het veld werd een, vanaf de tribune niet zichtbare,
gracht aangelegd en werden de hekken verwijderd. Naast het stadion werd
het Maasgebouw gebouwd, waarin kantoren, kleedruimtes, een museum en een
restaurant zijn gevestigd. In 1998 werd het veld van veldverwarming
voorzien. In het stadion worden rondleidingen verzorgd op woensdag en
donderdag om 13.00 en 15.00 uur en op zaterdag om 10.00, 12.00 en 14.00
uur. Tel. 010-4929438. In 2014 maakt Feyenoord de keus tussen twee
plannen voor renovatie. Een van een aannemerscombinatie en één van een
burgerinitiatief - Red de Kuip genaamd - dat eerder door de voetbalclub
en de stadiondirectie was afgewezen. Feyenoord heeft een rijke
voetbalhistorie en is de trots van menig voetbalminnende Rotterdammer.
Het heeft een uitstraling die ver buiten de regio rijkt. Feyenoord was
de eerste Nederlandse club, die de Europacup I won (1970). In datzelfde
jaar volgde ook de wereldbeker voor clubs. In 1974 won Feyenoord wederom
als eerste de UEFA-cup. In 2002 was Feyenoord de laatste Nederlandse
club die een Europese titel behaalde: het won de UEFA cup voor de tweede
maal in dat jaar. Feyenoord werd 14 maal landskampioen en won 11 maal de
KNVB-beker. Na vele jaren van sportieve en financiële neergang wist
Feyenoord vanaf 2011 zowel in financieel als in sportief opzicht de
draad weer op te pakken met een 2e respectievelijk een 3e plaats in de
eredivisie.
Naast het stadion staat het Topsportcentrum Rotterdam, een hal voor zaalsporten.
Na een bezoek aan het stadion lopen we weer terug over de
brug over het spoor. Voorbij het Breeplein slaan we linksaf de Lange
Geer in.
Tramhalte
lijnen
2, 20 en 25
Kaart
van het tweede deel van de wandeling
Nummers <7> t/m <10> in de tekst corresponderen met nummers op de kaart. De wandeling vervolgt rechtsboven op het kaartje.
|
|
<7>
We komen nu in Tuindorp Vreewijk.
Deze wijk werd in 1916 op initiatief van de bankier K.P. van de Mandele
gebouwd naar ontwerpen van Berlage en
Granpré Molière. Het is een perfect
voorbeeld van de tuindorpgedachte die
aan het begin van de 20e eeuw opgeld deed in stedebouwkundige
kringen. De opzet is traditioneel en eenvoudig en bood aan 5700
arbeidersgezinnen een relatief goede woning voor een betaalbare huur in
een zeer groene, dorpse omgeving. Het ontwerp is sterk doordacht. Er is
goed gelet op de oriëntatie van de huizen op de zon, de straatprofielen,
bomen, lantarenpalen etc. De wijk is inmiddels geheel gerenoveerd. Het
dorp moest een soort overgang vormen tussen het platteland, waar de
meeste bewoners vandaan kwamen, en de stad waarheen zij waren getrokken.
Het stratenplan doet informeel aan, de meeste kruisingen zijn
T-splitsingen, waardoor het straatbeeld intiemer wordt en het blikveld
beperkter. De straatnamen zijn ontleend aan begrippen uit het
dorpsleven. De wijk werd gestadig uitgebreid. Pas tijdens de tweede
wereldoorlog werd het laatste deel (ten oosten van de Dordtsestraatweg)
opgeleverd. De Lange Geer vormt de grens van het eerste deel van
Vreewijk (rechts) en het nieuwere deel (links). Het is aangelegd als een
singel op de contouren van de Vliet die op zijn beurt de grens vormde
tussen de polders Varkenoord en Karnemelksland. Voor 1895 vormde het
tevens de grens tussen de gemeenten Charlois en IJsselmonde. Toen werd
het gebied door Rotterdam geannexeerd.
We slaan linksaf de Lange Welle in
Links van de Lange Welle is in de jaren tachtig veel aan renovatie gedaan en is de oorspronkelijke bouwstijl grotendeels verloren gegaan. Aan de rechterzijde is dat veel minder het geval.
We slaan rechtsaf Frankendaal in.
Hier staat een schoolgebouw uit 1927, een ontwerp van stadsarchitect Van der Steur. Het eenvoudige gebouw huisvestte oorspronkelijk alle vormen van onderwijs van kleuterschool tot Mulo. Nu is het Albedacollege hier gevestigd.
Waar het Frankendaal linksaf buigt, lopen we door over het voetpad naar de Groene Zoom. Hier slaan we rechtsaf.
De Groene Zoom is de Oost-West as van de door Granpré Molière gebouwde uitbreiding.
We steken de Lange Geer via de Groenezoombrug over en lopen door tot nr 245
Hier staat de horeca gelegenheid
Het Witte Paard. Het werd op 12 augustus 1922 voor het publiek geopend
en groeide in de loop van de tijd uit tot een gerenommeerd Hotel Café
Restaurant, bekend tot ver buiten Rotterdam. Van 1959 tot 1965 was er
zelfs een Michelin-ster toegekend! Tijdens de 2e wereldoorlog waren hier
Duitse militairen ingekwartierd. Ook in de voetbalhistorie heeft het
Witte Paard een plaats. Zo heeft de beroemde Feyenoord trainer Ernst
Happel hier enige tijd gewoond en kwam het Feyenoord bestuur hier vaak
eten na een gewonnen wedstrijd. In mei 1980 maakte een ernstige brand
een einde aan de periode van bijna 60 jaar horeca. Daarna is Het Witte
Paard een kleine dertig jaar lang een Dienstencentrum geweest. Nu, zo'n
negentig jaar later, is Het Witte Paard in oude luister hersteld en
opnieuw als horecavestiging in gebruik genomen door tapas restaurant
Roos-Marijn.
We slaan rechtsaf de Boogjes in en daarna rechtsaf het Manpad. Die komt uit op de Dreef, die we linksaf inslaan.
De Dreef loopt door het oudste deel van Vreewijk. De straat is geknikt en oogt daarom zeer aantrekkelijk. De woningen in dit deel werden in 1918-20 gebouwd en zijn door De Roos en Overeynder ontworpen.
Voorbij nr. 35 slaan gaan we rechts een pad, dat naar een middenterrein leidt. We houden schuin links aan en komen op de Achterdonk terecht. De lopen we linksaf in. De Achterdonk volgen we tot aan de Donk. Hier houden we links aan en lopen onder het poortgebouw door.
<8>
We komen nu op de Brink, het centrale plein van het oude
Vreewijk. Het doet extreem dorps aan. De poort ligt in een L-vormig blok
dat in 1918 werd voltooid. Het midden van de
Brink bestaat uit een plantsoen met bankjes en grote bomen. Langs de
Lede staat het bevrijdingsmonument en een monument ter gedachtenis aan
het 50 jarig bestaan van Vreewijk. Op het monument staat een citaat van
Van de Mandele: "Zoo moge hier een tuinstad verrijzen waar een meer
harmonisch leven voor den stedeling mogelijk wordt". In 1991 is hier ook
een Jeu de Boules baan aangelegd. Op nr 7 was het Zuider Volkshuis
gevestigd. Dit was een cultureel centrum voor het tuindorp, van waaruit
culturele en sportieve activiteiten werden ontplooid. Het huis droeg bij
aan de gemeenschapszin in de wijk en bracht een aantal sportclubs voort
(allen met vogelnamen) die nog steeds bestaan. De ingang zit nu op Dreef
nr. 71 en het gebouw is nog steeds een wijkcentrum.
We lopen rechtsaf de Lede op
De woning aan Lede 40 geeft een bijzonder beeld van het Tuindorp Vreewijk aan het begin van de twintigste eeuw. De laatste bewoner, geboren op Lede 40 en nooit verhuisd, heeft het pand in oorspronkelijke staat gelaten. De woning heeft geen douche en geen centrale verwarming, de keuken is authentiek en ook de kleuren en het behang zijn in oude stijl teruggebracht. Hierdoor krijgen bezoekers het gevoel in het verleden van het tuindorp te stappen. Aan de overzijde van de Lede staan veel grotere huizen. Hier woonden de hoger opgeleide inwoners van Vreewijk, zoals een tandarts, een huisarts en een advocaat. Het grootste huis staat iets verderop op nr 37 en was de woning van Lucy Havelaar. Zij was de directrice van het Zuider Volkshuis en zij woondde daar met haar leidsters en medewerkers.
We lopen terug naar de Brink en steken de Lede over via de brug en gaan meteen linksaf.
De huizen
hier zijn ontworpen door Granpré Moliere, Verhagen en Kok, aanhangers
van de Delftse School. De woningen zijn eenvoudig en zeer traditioneel
van opzet. Op nr 117 staat de Nederlands Hervormde Vredeskerk. De kerk
werd in 1933 door Granpré Molière zelf ontworpen. De Hervormde gemeente
van Vreewijk had tot dan toe onderdak gehad in het Zuider Volkshuis en
daarna in de zogenoemde Zuiderkapel. Dat was een gebouwtje dat door de
woningcorporatie was gebouwd als expositieruimte. Het staat om de hoek
in de Vonder en is nu een fysiotherapie-praktijk. Het kerkbestuur wilde
een kerk voor 1000 zitplaatsen zonder pilaren, die het zicht op de
preekstoel konden ontnemen. Daarom is de kerk zo hoog geworden. In 2005
is de kerk verkocht aan de Servisch Orthodoxe kerk. Dit verklaart ook de
iconische voorstelling boven de ingang. De Hervormde gemeente komt nu
bijeen in het buurtgebouw dat naast de kerk staat.
We slaan rechtsaf de Vonder in we lopen voorbij voormalige Zuiderkapel (nu fysiotherapie) en vervolgens rechtsaf de Voorde in, die naar de Dreef leidt. We slaan de Dreef linksaf in. Deze lopen we uit tot de Groene Hilledijk.
Tramhalte
lijn
25
We steken de Groene Hilledijk over en lopen linksaf naar beneden. We houden het water aan de rechterhand en slaan na 200 meter rechtsaf het park in.
<9>
Het park, de Valkeniersweide, ligt tussen de laatste uitbreiding van Vreewijk en de Dr Daniel den Hoed-kliniek. Daniël den Hoed (1899-1950) was een medicus, die in 1934 promoveerde op een proefschrift over radiotherapie bij kankergezwellen. Hij werd daarmee een pionier op het gebied van bestraling in Nederland. In 1940 werd Den Hoed directeur van het in 1914 opgerichte Rotterdamsch Radiotherapeutisch Instituut. In 1964 verhuisde het RRTI naar deze plaats en werd de kliniek naar Den Hoed vernoemd. Inmiddels is het is uitgegroeid tot een internationaal gerenomeerd kankerinstituut. In 1995 is het onderdeel geworden van het Erasmus Medisch Centrum
We volgen het pad tot een T-splitsing en slaan rechtsaf en vervolgens het eerste pad rechtsaf.
We lopen nu langs de achterkant van het voormalig Zuiderziekenhuis. Dit ziekenhuis werd in 1939 geopend als gemeentelijk ziekenhuis voor Rotterdam Zuid. Naar aanleiding van enkele branden bij Shell in Pernis ontwikkelde het ziekenhuis in 1985 een brandwondencentrum, dat onder andere in actie kwam bij de vliegtuigrampen in Faro en de Bijlmermeer (1992) en de brand in nieuwjaarsbrand in Volendam (2001). In 2000 fuseerde het Zuiderziekenhuis met het katholieke St Claraziekenhuis tot Maasstad Ziekenhuis. Na oplevering van de nieuwbouw bij station Lombardijen is het Zuiderziekenhuis gesloten.
We lopen via het pad naar de Dordtsestraatweg die we rechtsaf volgen.
De Dordtsestraatweg loopt van het voormalig dorp Charlois in de richting van Dordrecht en is de oude Charloise Zeedijk. Hij stond eerder bekend als de Oudeweg. In de Franse tijd onder het bewind van koning Lodewijk Napoleon (1806-10) is weg bestraat om als postweg te kunnen dienen en werd daarom ook Koninklijke Straatweg genoemd.
Aan het eind van de straat slaan we linksaf de Motorstraat in.
Aan de rechterhand zien we nu het Verzamelgebouw (1954-61) van architect Maaskant. In navolging van het o.a. Groothandelsgebouw in het centrum werd ook "op Zuid" een bedrijvenverzamelgebouw gerealiseerd. Het bestaat uit een langgerekt blok aan de Zuidpleinzijde en aan deze zijde uit drie torens die met luchtbruggen aan het hoofdblok zijn verbonden. Het gebouw past in de traditie van het Nieuwe Bouwen: functioneel en veel gemeenschappelijke voorzieningen voor de bedrijven.
We lopen door tot aan de Strevelsweg.
Links zien we het
Ikazia ziekenhuis. Het ziekenhuis is hier sinds 1968 gevestigd. In het
begin van de 50-er jaren onstond in christelijke kringen de wens in
Rotterdam-Zuid een Protestants Christelijk ziekenhuis op te richten,
waar ook patiënten van de Zuid-Hollandse eilanden terecht konden. Er
werd een stichting opgericht die via fondsenwerving geld bijeen bracht
om het ziekenhuis te realiseren. De naam van de stichting was
'InterKerkelijke Actie Ziekenhuis In Aanbouw'. Hieruit is de naam Ikazia
ontstaan. Het ronde gebouw voor het ziekenhuis was destijds
gebouwd als "zusterflat" voor de intern op te leiden verpleegkundigen.
Rechts twee torenflats (67,5m hoog), symmetrisch aan weerszijden van de
Strevelsweg, Poort van Zuid genaamd uit 1993-94 respectievelijk 1994-95.
De flats zijn ontworpen door Henk Klunder. Het linkergebouw bevat
huurappartementen het rechter koop. Boven de winkelruimten bevinden zich
op de 1 en 2e etage parkeer- en bergruimten. Elke etage bevat zes in
grootte variërende appartementen en op de 24e etage bevinden zich 2
penthouses.
We gaan links de trap op en de loopbrug over.
Aan weerszijden van de loopbrug zien we meer nieuwbouw. O.a. kantoren van de ING-bank en de Rabobank.
We lopen het Winkelcentrum Zuidplein in.
<10>
Van 1967 tot 1972
werd gebouwd aan het winkelcentrum op een braakliggend terrein tussen
het metroviaduct en een aantal brede verkeerswegen (Pleinweg,
Strevelsweg en Zuiderparkweg). Het winkelcentrum ligt op gelijke hoogte
met het Metrostation Zuidplein op 6.60m boven het maaiveld. Het
winkelcentrum bestaat uit een viertal straten die uitkomen op een
centraal plein. Begin jaren negentig is het winkelcentrum aan twee
zijden uitgebreid en vernieuwd. Zoals zovele winkelcentra van dit soort
en uit deze periode, leed het centrum aan een aantal gebreken: het was
onoverzichtelijk, het licht was matig en men moest zich veel moeite
getroosten om overlast van rondhangende jongeren en zwervers te
beperken. Tussen 1999 en 2003 werd het interieur gerenoveerd. Het
onoverzichtelijke centrale plein werd rustiger gemaakt door de
vervanging van de vele oude kiosken door 2 nieuwe kiosken. Een andere
belangrijke ingreep was de installatie van een beveiligingssysteem met
cameratoezicht met automatische gezichtsherkenning. Door verbeterde
samenwerking tussen de deelgemeente, politie, vervoersbedrijf RET,
bewakingsdiensten en de ondernemers, mag het winkelcentrum zich vanaf
2006 het veiligste winkelcentrum van Nederland noemen. Met een
oppervlakte van 55.000 vierkante meter is dit het belangrijkste
winkelcentrum voor Rotterdam-Zuid en de gemeenten aan de zuidrand van
Rotterdam. Het winkelcentrum behoort eveneens tot de grootste overdekte
winkelcentra van heel Nederland. Het winkelcentrum trekt ongeveer 10
miljoen bezoekers per jaar.
We kunnen natuurlijk het winkelcentrum naar eigen inzicht en behoefte verkennen. Uiteindelijk gaat de wandeling naar het Metro Station Zuidplein, dat vanaf elk punt in het winkelcentrum met borden is aangegeven.
De kortste weg is nu als volgt: loop langs de Hema en sla aan het einde linksaf. Meteen weer rechtsaf. Volg deze winkelstraat tot het einde en we komen op het metrostation.
Metro
Zuidplein.
Wandeling B - deel 6 | ||
Vorige | Overzicht | Begin |
© Eddy le Couvreur, 1999-2013
laatst gewijzigd: 18-04-2014