Het ambacht Kralingen lag
aan een bocht in de Nieuwe Maas, waarin in grond
aanslibde. In 1164 werd naar aanleiding van
eenoverstroming een waterkering aangelegd, de huidige
Oudedijk/'s-Gravenweg. Aan weerszijden van de dijk werd
land ontgonnen. Een buitendijkse voordijk werdaangelegd,
die later Schielandse Hoge Dijk ging heten, de huidige
Oostzeedijk/Honingerdijk. Later werd deze verhoogd tot een
permanente dijk.Kralingen was dus een polder. In de
middeleeuwen heersten de ambachtsheren van Kralingen over
het gebied. Al in 1244 wordt een zekere Hugo van
Cralinghengenoemd. Zij resideerden op slot Honingen, dat
lag tussen de Slotlaan, Essenweg en Hoflaan. Het werd
enkele malen verwoest het laatst in 1572, tijdens
detachtigjarige oorlog. In 1668 kocht Rotterdam het
terrein aan en bouwde er een herenhuis. Rotterdam bemoeide zich
toch wel uitvoerig met het gebied. In 1596 kocht de stad
het gebied ten zuiden van de Oostzeedijken legde daar de
havens het Boerengat en later het Buizengat aan.
Welgestelde Rotterdamse families legden hier lommerijke
buitenverblijven aan, met namen alsJeruzalem, Jericho,
Lusthof, Laanzicht, Vredehof en Rozenburg. In de
straatnamen is de herinnering aan de lusthoven bewaard
gebleven. In 1874 werd het SlotHoningen-terrein weer aan
Kralingen verkocht, dat er een openbaar wandelpark en een
vilawijk aanlegde (Voorschoterlaan, Avenue Concordia). In
1769 lietRotterdam de Oude Plantage aanleggen, 'ten
profijte en tot agrément van dese Stadt en derzelver
ingezetenen' (ten zuiden van de
kruisingHoningerdijk/Maasboulevard; zie begin wandeling)
en in 1844 werd de Nieuwe Plantage (Plantageweg)
aangelegd, zodat de wijk nog groener werd. Door
Rotterdam geďnitieerde industralisering, m.n. in het door
Rotterdam beheerste gebied rond deOostzeedijk, leidde de
toenemende verstedelijking van Kralingen in. Meest berucht
is de vestiging van de Nieuwe Rotterdamsche Gazfabriek in
1852, diehier tot 1926 zou blijven. Hier werd gas uit
steenkool gewonnen waarmee de o.a. de Rotterdamse
straatverlichting werd voorzien van energie. Later kwam er
eenelektriciteitscentrale bij. De enorme milieuvervuiling
(m.n. de grond) maakte ruim honderd jaar later een
grootscheepse grondsanering noodzakelijk. Dezesanering
duurde 5 jaar en werd in 2000 voltooid. De toestroom van
arbeiders (o.a. uit Noord-Brabant) begon het dorp boven
het hoofd te groeien. In 1895 werd het door
Rotterdamgeannexeerd. Voor Kralingen was dit een
financiële redding, voor Rotterdam een mogelijkheid om uit
te breiden. In het westen van Kralingen werden in
hoogtempo arbeiderswoningen gebouwd. Het oosten van
Kralingen bleef zijn voorname karakter behouden. Hedentendage is Kralingen
een bijzondere mix van welgestelden (in het oosten),
middenklasse en volksbuurt (in het westen).De groei van de
Erasmus Universiteit en Hogere Economische School zorgde
ook voor een aanzienlijke studentenpopulatie in de wijk.
Door deze mix is ook hetwinkel- en horeca aanbod zeer
gevarieerd en is het een gewilde woonwijk geworden.
Op
pad in Rotterdam
Kralingen
Kralingen is ontstaan op een
plek die een flink stuk buiten de huidige wijk ligt,
namenlijk in de buurt van debegraafplaats Oud-Kralingen in
de Prins Alexanderpolder (tussen de nieuwbouwwijken
Prinsenland,
Het lage land en Schenkel in). Kralingen was een veendorp en
met het afgraven van het veen was men zo succesvol dat het
dorplangzaam onder water verdween. In 1840 werd de dorpskern
ontruimd en verplaatste het centrum zich naar de kruising
van de huidige Hoflaan, Oudedijk,Korte Kade en 's-Gravenweg.