Op pad in Rotterdam
Kaart van de wandeling

Nummers <1> t/m <3> in de tekst corresponderen met nummers op de kaart.

De wandeling begint rechtsboven op de kaart.


 
Restaurants in Kralingen

Wandeling A - deel 1a "D.W.L. terrein" (2,5km)

Van Kralingse Zoom via DWL-terrein naar Woudestein …

Metro Kralingse Zoom

<1>

De wandeling begint op Metrostation Kralingse Zoom. Men gaat vanaf het perron naar boven naar de stationshal en neemt de uitgang aan de linkerzijde. Vervolgens met de roltrap naar beneden.

Links zien we het eindpunt van de Parkshuttle. Een onbemand voertuig dat werknemers, die op het nabijgelegen bedrijventerrein Rivium werken, op afroep ophaalt en wegbrengt.

Dan rechtsom, onder het viaduct door langs het fietspad lopen we naar de Kralingse Zoom. Daar aangekomen linksaf richting Erasmus Universiteit. Bij de zebra lopen we rechtdoor.

Links is het Brainpark te zien, een bedrijvenpark met vooral kennisintensieve bedrijven. Het park is juist hier ingericht vanwege de verwachte wisselwerking met de naastgelegen Erasmus Universiteit.

Voor het kruispunt met de K.P. van de Mandeleweg steken we rechtsaf de zebra over en lopen het terrein van de Erasmus Universiteit op (Ma-vr 7-23 u. en zaterdag 9-13 uur op andere tijden alternatieve route volgen: rechtdoor, viaduct over, rechtdoor, fietspad Honingerdijk rechtsaf tot trap links omlaag, ;hek door route vervolgen vanaf: nr.2).

De Erasmus Erasmus UniversiteitUniversiteit is in 1973 ontstaan uit een fusie en uitbreiding van de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) en de Medische Faculteit Rotterdam (MFR). Het complex Woudestein, waar we nu lopen was eens de thuisbasis van de NEH, die al in 1913 werd opgericht door Rotterdamse haven- en zakenlieden, die praktijkgericht hoger onderwijs van groot belang achten voor de ontwikkeling van 's werelds grootste havenstad. De Medische faculteit dateert uit 1966 (zie verderop op deze wandeling). Het NEH gebouw (hoogbouw, bibliotheek, aula en aangelegen collegezalen) werd van 1965-70 gebouwd door Elffers Partners. De betonbouw vond destijds in de 70’er jaren weinig bewondering. Later is het universiteitsterrein verder volgebouwd met kantoren en collegezalen.

We lopen het terrein op langs de tennisbanen en zien na een 150m de universiteitsbibliotheek in het water staan. We slaan de Institutenlaan linksaf in.

De hoogbouw aan de rechterhand bevat kleine collegezalen en kantoren van faculteiten.

De Hogeschoollaan gaan we rechtsaf in. Deze volgen we tot de poort. Meteen uit de poort linksaf langs het eindpunt van tramlijn 7. Bij het stoplicht steken we rechts de Burgemeester Oudlaan over en meteen weer links de Abraham van Rijckevorselweg oversteken. We lopen rechtdoor over het fietspad langs de Oude Plantagedreef. We volgen het fietspad linksaf, steken de Oude Plantagedreef over en lopen over de hooggelegen Honingerdijk. Na ongeveer 150m kunnen we de trambaan oversteken en door een poort in het hekwerk het voormalige D.W.L. terrein op.

<2>

Hier was van 1871 tot in de zeventiger jaren het Drinkwaterleiding bedrijf gevestigd, waar het Rotterdamse drinkwater werd gezuiverd. In 1980 is begonnen met de bouw van ongeveer 2500 woningen. In het ontwerp van de woonwijk is getracht de structuur van het waterbedrijf te behouden.

Als we het terrein oplopen zien we meteen rechts de Paleiszaal. Dit gebouw maakte deel uit van het pompgebouw, dat nu dienstdoet als wijkcentrum. De zogenoemde Paleiszaal kan gehuurd worden voor festiviteiten en wordt ook door de deelgemeente Kralingen als trouwzaal gebruikt.

Bij de filterbekkens gaan we linksaf om de bekkens heen.

Watertoren op het DWL terrein

Rechts zien we de watertoren die nu als café restaurant dienst doet. We lopen verder langs de filterbekkens. Recht voor ons zien we de voormalige snelfiltergebouwen, gebouwd in 1929 toen er een nieuwe filtertechniek werd geïntroduceerd. De gebouwen zijn nu ingericht voor jongerenhuisvesting.

We houden de filterbekkens aan de rechterhand, steken de parkeerplaats over en gaan rechtsaf de Watertorenweg op. Na 20 meter links het trappetje op en de weg vervolgend,

zien we rechts Hal4, nu in gebruik als zaal voor dinnershows en evenementen.

We lopen langs het haventje.

Aan het eind van het haventje stonden ooit de Rijnwaterkelders, een groot soort waterreservoir. Boven op deze kelders zijn energiezuinige woningen gebouwd. (Belangstellenden kunnen de trap op om langs de woningen te lopen).

Vóór de bejaardenflat linksaf en weer rechts (Rijsakkerstraat) tot aan de Oude Plantagedreef, die we oversteken. We lopen het parkje in.

We Oude Plantagebevinden ons nu in wat er over is van de oude plantage. Hier stond ooit een prachtig bos, dat in 1769 door de stad Rotterdam was aangelegd, bedoeld als recreatiegebied voor de Rotterdammers, hoewel het voor die tijd toch een heel eind uit de stad lag. In 1945 was deze plek volledig ontbost, omdat alle bomen tijdens de winter van 1944/45 in de Rotterdamse kachels waren opgestookt…

We volgen het pad dwars door het parkje en steken bij de stoplichten de Maasboulevard over. We lopen rechtdoor tot aan de Oostmaaslaan (links).

De Maasboulevard loopt langs de grote bocht in de rivier de Nieuwe Maas en biedt een mooi uitzicht op de Skyline van de stad. Ze werd na de watersnoodramp van 1953 aangelegd toen de hoofdwaterkering werd verlegd van de Honingerdijk naar de Maasboulevard en de dijken werden verhoogd tot de zogenaamde Deltahoogte. In 1964 werd de weg voor het verkeer  opengesteld

We steken nu rechts de Honingerdijk over en aan de overkant gaan we links af.

Tramhalte Woudestein (lijn 21, 24)

 

Wandeling A - deel 1b "Kralingen" (7km)

 

Kaart van de wandeling

Nummers <3> t/m <10> in de tekst corresponderen met nummers op de kaart.

 


 
Restaurants in Kralingen

...van Woudestein naar Oostplein...

Dit deel van de wandeling begint op de Honingerdijk bij de tramhalte Woudestein van de lijn 21.

<3>

Schuin rechts zien we het stadion van Excelsior liggen, de derde betaald voetbalclub van Rotterdam, die sinds een aantal jaren in de 1e divisie speelt.

We lopen langs de Honingerdijk. Bij de zebra gaan we een beetje naar rechts en nemen de weg die naar beneden loopt.

Rechts zien we eerst de voormalige buitenplaats "In den Rustwat" uit 1597. In den RustwatDe kern van dit gebouw stond tot 1950 waar nu de Maasboulevard ligt. In de 18e eeuw werd het als herberg de stamkroeg van bedrijven, die zich in de nabijheid hadden gevestigd. De aanleg van de Oude Plantage in 1769 zal goed voor de omzet zin geweest. In 1830 verloor het haar functie als tapperij. In 1895 werd Kralingen door Rotterdam geannexeerd en in 1899 besloot de gemeente tot aankoop van ‘In den Rustwat’ met het omliggende terrein. Daar reed op 18 september 1905 tramlijn 1, de eerste elektrische tram, met als eindpunt ‘Inden Rustwat’. Stoomzuivelfabriek ‘Aurore’ maakte er een ‘verversingslokaal’ van. Tijdens de watersnoodramp van 1953 stond het pand 1,65 meter onderwater. Voor de aanleg van de Maasboulevard eind jaren '50 moest het historische pand worden gesloopt. Op initiatief van de historische genootschappen ‘Roterodamum’ en ‘De Maze’ werd de herberg in 1960 opnieuw opgebouwd op het terrein van de Perenhof bij het Arboretum.  Met aanbouw huisvest het nu een goed restaurant. Links ervan is de ingang van het Arboretum Trompenburg.

De bomentuin is ontstaan toen in de tuin van de reder Hoey Smith alle vierhonderd iepen gerooid moesten worden vanwege de iepenziekte in 1928. De reder vatte het plan op om een arboretum in te richten en verzocht zijn zeevarenden uit alle bezochte havens zaden van bomen mee te nemen. Sinds 1958 is het arboretum in beheer van een stichting.

We vervolgen de Honingerdijk-beneden en passeren het park Honingen.

Park Honingen, Honingerdijk beneden Hier stond vanaf 1233 het slot Honingen, de vesting van de heren van Cralinghen. In 1426 wordt het slot op last van de gemeente Rotterdam gesloopt in het kader van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In 1462 wordt het weer opgebouwd. Tijdens de 80-jarige oorlog is het lange tijd in Spaanse handen. In 1573 heeft de watergeus Lumey er gevangen gezeten. Het slot heeft zwaar te lijden onder de Spanjaarden. In 1668 koopt de gemeente Rotterdam de slotruïne aan en sloopt het in 1672.  Dit terrein werd in 1874 door de gemeente Kralingen van Rotterdam over genomen. Aan het eind van de vorige eeuw ontstond hier een villapark.

We komen bij de R.K. Lambertuskerk aan de Oostzeedijk-beneden. De kerk is in 1878 gewijd. De kerk staat op de plek waar ooit de herberg de Gouden Leeuw stond (zie later m.b.t  de sociëteit Eendracht Maakt Macht). In 1802 kocht de kerk de herberg aan en bouwde op deze plek een schuilkerk, die ondanks een vergroting in 1830 in de 2e helft van de 19e eeuw te klein werd. Architect Magry, leerling van PHJ Cuypers (Rijksmuseum, Amsterdam Centraal Station), ontwierp de kerk op 34 jarige leeftijd. Magry heeft meer dan 40 kerken ontworpen, waaronder de Hillegardiskerk in het Oude Noorden (1892) en de Sint Liduinakerk in Schiedam (1878). De kerk is uit baksteen gebouwd, de westzijde is in Franse hooggotische kathedraalstijl. Deze naar de middeleeuwen verwijzende stijl was zeer populair bij katholieken in die tijd. De middeleeuwen waren de glorieuze tijd van de kerk, die toen nog het enige christelijke geloof vertegenwoordigde. Na de reformatie was dat niet meer zo. De kerk bestaat uit een middenschip met lage zijbeuken, een transept en een eenbeukig koor. In 1900 werd de kerk voorzien van het huidige orgel.

We passeren de Waterloostraat.

Deze buurt stamt uit 1865 en bestaat uit arbeiderswoningen met bedrijfswoningen eronder. Getuige het Jugendstilbord timmerwerkplaats.

We slaan de volgende straat rechts in: Avenue Concordia.

Tramhalte Avenue Concordia, lijn 21, 24

<4>

Deze straat is in 1883 aangelegd en genoemd naar de Bouwmaatschappij Concordia, die de laan aanlegde. Het is een laan met dure herenhuizen, voornamelijk in Hollandse neorenaissance stijl, met zijn witte trapgeveltjes en sierblokjes. Verder veel horizontale witte randen en ornamenten en torentjes op de hoekpanden. Avenue ConcordiaAan het eind van de 19e eeuw werden ook Art Nouveau elementen toegevoegd. Bekende architecten uit die tijd als Hooykaas, Van Waning, Bruinzeel, De Roos & Overeijnder en Molenbroek maakten ontwerpen voor de woonhuizen. De noordzijde van de straat zijn huizen verwoest door oorlogsgeweld en vervangen door naoorlogse bouw. Op no. 111 staat de oorspronkelijk gereformeerde kerk  uit 1888. De kerk heeft een neogotisch portaal, spitsboogvensters en neogotische kolonetten en is ontworpen door P.G. Winters. In 1981 werd het gebouw verkocht aan de Evangelische Broedergemeente.

In de woningen op nrs. 103 en 105 overheerst Art Nouveau. Het pand op de hoek met de Polanenstraat (met de achtkantige toren) op nr 100 is een voormalige apotheek, waarvan het interieur uit de 19e eeuw nog intact is, maar is verplaatst naar het museum Moriaan in Gouda. Het is gebouwd in 1892 voor de apotheker Van Senus.  Het pand op no 55-57 (bakkerij Carlier) werd in 1899 voltooid en is uit baksteen opgetrokken. De bakkerij verhuisde hier in 1903 heen vanaf nr 97. Ook dit is een prachtig voorbeeld van Art Nouveau met sgraffito en smeedijzeren consoles. Onder het dak is een bloemenpatroon gemetseld met verschillende kleuren geglazuurde baksteen. Het werd ontworpen door de minder bekende architect Lieuwens.

We slaan linksaf de Lusthofstraat in,

De Lusthofstraat was ooit bedoelt als doorgaande weg naar het oosten, maar de doorbraak van de Waterloostraat stuitte op lokaal verzet, zodat deze brede straat daar doodloopt. De straatnaam verwijst naar de buitenverblijven, die vele Rotterdamse notabelen vanaf de 18e eeuw in Kralingen hadden aangelegd.

We gaan opnieuw linksaf de Voorschoterlaan in.

De Voorschoterlaan is aangelegd in 1884, een jaar later dan de Avenue Concordia. De naam van de Voorschoterlaan was aanvankelijk de Avenue Prins Alexander.  In 1897 werd de naam gewijzigd in Voorschoterlaan, naar "het geslacht Voorschoten, waaruit de eerste ambachtsheren van Kralingen zijn voortgekomen".

Op nr 79 ligt het hofje "Uit Liefde en Voorzorg" uit 1904. Het is ontworpen door de architect Gerrit Pelt, in een Liefde en Voorzorgneo-renaissance stijl. Het tegeltableau met de naam en de klok is in jugendstil uitgevoerd. Ooit was het een rusthuis voor uitgediende huishoudsters en gezelschapsdames van alle Christelijke gezindten. Eind jaren 90 werd het gerenoveerd en is nu een woningcomplex voor kleine huishoudens. De geschiedenis van het hofje gaat terug tot 1794 toen besloten werd uit de nalatenschap van Alida en Maria de Koker aan de Schiedamschesingel - nu in het centrum van Rotterdam, destijds net buiten de stad - een hofje te bouwen voor 23 dames en een opzichtster. De dames mocht hoogstens 68 jaar oud zijn en niet (te) armlastig. In 1795 was het hofje gereed. Het bestuur bestond uit 2 remonstranten en 1 doopsgezinde regent en benoemde zichzelf. De stichting had weinig geld ter beschikking. Eind 19e eeuw is het hofje aan de Schiedamsesingel in slechte staat en men vreest wateroverlast van een almaar uitbreidende blekerij die ernaast staat. In 1904 geeft men opdracht voor nieuwbouw hier aan de Voorschoterlaan.

Verderop op nr 145 is de boekhandel Amesz gevestigd. Het is de oudste nog bestaande boekhandel in Rotterdam, opgericht in 1886 in de Waterloostraat als boekbinderij. Later begon de uit Gouda afkomstige Amesz ook boeken te verkopen. In 1895 verhuisde het bedrijf naar dit adres. De winkel is nog steeds in handen van de familie, nu in de 4e generatie.

We keren om en lopen de straat helemaal uit.

Op de nrs. 54, 46 en 44 staan woonhuizen van de hand van C. Bruynzeel en Zn. Duidelijk is dat de architect niet erg stijlvast is geweest.

Voor we de Oude Dijk rechtaf inslaan lopen we even het metrostation Voorschoterlaan in

In het metrostation Voorschoterlaan is een fraai tegeltableau ingemetseld, dat vroeger in de herensociëteit Eendracht maakt Magt (1903) verwerkt was. Deze sociëteit stond tot deMetrostation Voorschoterlaan aanleg van de Calandlijn van de metro eind jaren '70 op de hoek van de Waterloostraat en de Oude Dijk. Het gebouw werd in 1903 in gebruik genomen, maar de geschiedenis van de herensociëteit gaat terug naar de "Soos" die in 1830 ontstond in een café aan de Honingerdijk. In 1865 kreeg de sociëteit een echt clubgebouw met kegelbaan in de Waterloostraat. De "Soos" kreeg een statuut en de vereniging noemde zich voortaan "Eendragt maakt Magt. Dit was de lijfspreuk van koning Willem II, die zich als prins in de slag bij Waterloo verdienstelijk had gemaakt. In 1865, het jaar van de oprichting werd de 50e verjaardag van deze veldslag gevierd. Nu is de sociëteit gevestigd aan de Kralingse Plaslaan (zie later op deze wandeling).

Voorschoterlaan (lijn A, B en C)

Tramhalte Voorschoterlaan, lijn 7

We verlaten het metrostation weer en gaan linksaf. We komen op de Oudedijk en slaan rechtsaf.

Het verschil tussen de linker- en rechterzijde is qua bebouwing opvallend. Links nog veel vooroorlogse villa's en rijtjeshuizen, rechts veel nieuwbouw als gevolg van de bombardementen in 1940 en de stadsvernieuwing in de jaren 80.

We lopen door tot de Hoflaankerk uit 1842.

<5>

Eerste (fiets)wegwijzer van de ANWBDe kerk is de opvolger van de kerk die in het oorspronkelijke dorp stond. Toen de dorpskern het vanwege ontvening oprukkende water verplaatst moest worden naar de plek waar we nu staan, verhuisden de eerst de lagere school (Hoflaan), het gemeentehuis (hoek 's-Gravenweg/Kortekade; schuin tegenover waar we staan) en tenslotte in 1842 de kerk. Het gaat hierom een zogenaamde Waterstaatkerk, dat wil zeggen dat de kerk is gebouwd met steun van de rijksoverheid en het ontwerp is moest worden goedgekeurd door Rijkswaterstaat. De kerk is eenvoudig uitgevoerd met een Dorische voorgevel. De neoklassieke stijl was indertijd in de mode en zeker niet voorgeschreven door Rijkswaterstaat. Ook het interieur is eenvoudig gehouden. Tussen de rondboogvensters staan Ionische pilasters die een hoofdgestel dragen. De kerk werd in 1909 uitgebreid met een uitbouw. Op de hoek staat een replica van de eerste ANWB (fiets)wegwijzer uit 1894. Plaatsing van wegwijzers was binnen de ANWB aanvankelijk omstreden. De bond verwachtte dat vooral militairen er gebruik van zouden maken, terwijl die juist getraind moesten worden in het lezen van kaarten. Aanvankelijk waren de wegwijzers van hout. Deze verdwenen echter al snel bij omwonenden in de kachel. De lokale bevolking had helemaal geen zin 'ontdekt' te worden door stedelingen. De ANWB moest overschakelen op de veel duurdere ijzeren wegwijzers.

We slaan rechts de Hoflaan in.

De naam van deze straat herinnert aan het slot Honingen dat vanaf 1233 tot 1672 ten oosten van de straat heeft gelegen. De Hoflaan was de oprijlaan naar Slot Honingen. De Hoflaan heeft een zeer voornaam karakter door de vele vila's. Tot 1878 werd er op de Hoflaan tol geheven. Op nrs 30-34 vinden we voorbeelden van de Hollandse renaissance. Het huis op nr. 38 was tot 1965 ambtswoning voor de Rotterdamse burgemeester. Burgemeester Thomassen wilde hier niet wonen en ging een woningruil aan met iemand die aan de Ringvaartweg woonde. Later heeft de gemeente dit pand hier van de hand gedaan. Hoflaan nrs 58,60 en 62 was ooit eigendom van de familie Vaes Elias. De panden kennen een lange Hoflaangeschiedenis. Mw Wilhelmina Vaes Elias (1908-2002) - volgens kenners een van de grootste particuliere kunstverzamelaars die Nederland heeft gekend - is lange tijd eigenaar geweest en heeft ervoor gezorgd dat het voormalig bejaardentehuis en studentenhuis een museum werd. In haar Kralings Museum exposeerde Mw Vaes Elias na de dood van haar man Jonkheer Adriaen Vaes, een nazaat van Michiel de Ruyter, in het gebouw haar grote collectie antiquiteiten, kunst en gebruiksvoorwerpen en wapens vanaf ca. 1000 voor christus tot het begin van de 19e eeuw. In 2010 werd het museum vanwege de hoge exploitatielasten gesloten en werd de collectie geveild.  Het huis op nr 111 heeft sterke Art Nouveau kenmerken. Op nr 113-115 staat de voormalige RK school uit 1931. Op nr 121 was de pastorie van de St Lambertuskerk aan de Honingerdijk uit 1878. De architect is dezelfde als van de kerk: E.J. Margry. Op nr. 132 was ooit de openbare MULO voor jongens gevestigd. Op nr 134 staat het voormalige politiebureau uit 1897 in Hollandse renaissance stijl.

We gaan linksaf de Slotlaan in.

Aan de rechterhand zien we naar een honderdtal meter een grote vijver een restant van de slotgracht van slot Honingen. Ook het kleinere vijvertje links heeft die oorsprong. Op nr 29 staat het woonhuis "Het Oude Slot" uit 1870, ontworpen door C. Bruijnzeel en Zn. Het heeft een neo-klassiek fronton over de volle breedte en een glas-in-lood raam dat Slot Honingen voorstelt. Op nr 31 staat het woonhuis "Nieuwe Slot" , ontworpen door dezelfde architecten. Het werd in 1910 verbouwd en voorzien van zes kolossale pilasters en decoraties als druiventrossen en zeemonsters.

We slaan linksaf de Vijverlaan in.

WagnerhofHier liggen een vijftal geschakelde villa's met namen uit de Opera's van Wagner: Tanhauser en Lohengrin, Walküre en Wotan, Siegfried en Rheingold, Tristan en Isolde, Rïenzli en Parzifal. De sobere huizen, in een soort Weense Sezessionstijl (elders Art Nouveau of Jugendstil genoemd) gebouwd, zijn witgeschilderd, de namen in gouden letters hoog op de gevel. Deze villa's zijn vanaf 1904 gebouwd in opdracht van de fabrikant Dulfer, die een groot Wagnerliefhebber was en met de bouw van de villa's een gat in de onroerend goedmarkt wist te vullen. Om te voorkomen dat dit rustige laantje ooit zou worden doorgetrokken naar de Hoflaan, bouwde Dulfer de villa's Siegfried en Rheingold dwars op de weg. Daardoor is de Wagnerhof Wagnerhof Parsifalnog steeds een bijzonder sfeervolle en rustieke plek.

We lopen terug naar de Slotlaan en gaan linksaf verder. We houden links aan, volgen de Essenweg een paar meter en steken de Groene Wetering over en lopen de Essenlaan in.

Ook dit is weer een typische rustige laan van het oostelijk deel van Kralingen met herenhuizen uit het begin van deze eeuw. Op nrs 77-79 een dubbel herenhuis door Van Tijen uit 1937. Dit is een goed voorbeeld van het Nieuwe Bouwen, de functionalistische architectuurstroming die in die tijd ook in Nederland voet aan de grond kreeg. Het werken met glas, beton en staal en het toelaten van veel licht en lucht is typisch voor deze bouwstijl.  Nr 62-64 stamt uit 1903 en is van de hand van Stok en Zn. Het gebouw is gebouwd  in chaletstijl en is half villa en half stadshuis. Het huis heeft een aparte muziekkamer.  De architect won er in 1904 een gevelwedstrijd mee. De woning was bestemd voor Justus Schreuder, directeur van een zaadhandel. Hij was ook een muziekliefhebber en de woning is dan ook voorzien van een speciale muziekkamer. De houten veranda is voorzien van een hekwerk met gesneden uilen. Op nrs 12-24 komen we weer huizen van Bruynzeel en Zn tegen van omstreeks 1900. Ook hier weer een grote variëteit aan stijlen: pilastergevel (22), Louis XVI (16), 18e eeuwse-topgevel (12).

We komen op de 's-Gravenweg, ooit de doorgaande weg naar Gouda. We gaan rechtsaf.

Tramhalte Essenlaan (lijn 7)

Op de ’s-Gravenweg gaan we rechtsaf.

<6>

Op nr. 69 zien we "De Boogerd". Dit huis werd in 1930 gebouwd voor de bankier K.P. van de Mandele , de initiatiefnemer voor het arbeiderswoonproject Tuindorp Vreewijk in Rotterdam-Zuid. Hij was ook jarenlang voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel. Het is ziet eruit als een oertype huis. De architect Granpré Molière, grondlegger van de Delftse school van traditionele architecten, zette zich af tegen de modernisten van het Nieuwe Bouwen. Volgens hem was het bouwen van huizen van een dermate hoge orde, dat die niet kon worden geleid door overwegingen van efficiency of kosten. Vandaar dat alle traditionele elementen zijn aangebracht. Granpré legt bovendien de nadruk op de beslotenheid van het gezin en niet op de moderne mens die open moet staan voor de wereld. De ramen zijn dan ook klein gehouden. Granpré Moliere was ook verantwoordelijk voor het stedenbouwkundig ontwerp van het genoemde tuindorp Vreewijk.

We lopen een stuk door.

We komen bij Kuyl's fundatie uit 1814. Een hofje dat eerder op de Schiekade heeft gestaan, maar hierheen is verplaatst. Het Hofje is opgericht in 1812 uit de nalatenschap van de Rotterdamse juffrouw Anthoinetta Kuyl.  Helaas is het niet voor het publiek toegankelijk. Op 17 december 1812 dicteert de protestantse Anthoinetta haar laatste wil, het geheel beslaat enkele tientallen vellen papier, handgeschreven....


Haar dienstboden (dfl 3,= per week), haar koetsier, huisknecht, de Joodse Gemeente (dfl 100.000,= contant) werden met geld bedacht. De rest moet besteed worden aan  het op mijn buiten gelegen aan de Schie op te bouwen en in te rigten Hofje en Fundatie. Op het Hofje moeten komen wonen zestien weduwen of vrijsters en geene zogenaamde juffrouwen, gezond van lijf en leeden, en dus zonder slepende ziektens, teering of diergelijken, ook dat het alleen dezulken moeten zijn, die door een eerlijk gedrag en wandel, en niet door dronkenscKuyl's fundatiehap of ander wangedrag, echter in omstandigheden gekomen zijn, van een dusdanig soutien te behoeven. De bewoonsters zullen moeten behoren tot een protestants kerkgenootschap en mogen niet jonger zijn dan 50 en niet ouder zijn dan 65. Ook de inrichting en het beheer wordt door Anthoinetta vastgelegd. Vier dagen voor haar overlijden (december 1813) voegt Anthoinetta nog iets toe : de inscriptie boven de deur moet in goed leesbare letters worden aangebracht om de herkomst te doen blijken. Op 14 maart 1813 wordt de eerste steen gelegd. In het bombardement van 1940 liep het hofje schade op. In de jaren erna werd het gebouw verwaarloosd tot het aan het eind van de jaren '60 moest wijken voor een uitbreiding van het St. Franciscus Gasthuis. In 1965 werd besloten het hier naar de 's Gravenweg te verplaatsen op de plek waar sinds de 17e eeuw het buitenverblijf Vredenoord gelegen was. Vredenoord werd in 1698 door de Rotterdamse oud-burgemeester du Bois gekocht. Vanaf 1902 was het een sanatorium tot het in 1953 verkocht werd aan het Sint Franciscus Gasthuis dat er een tehuis maakte voor Rooms Katholieke Meisjesbescherming. Voordat Vredenoord dat inmiddels in zeer slechte staat verkeerde kon worden gesloopt moest het van de monumentenlijst worden afgevoerd voordat in 1972 met de herbouw van het hofje kon worden begonnen. Het bij het hofje behorende herenhuis in verplaatst naar Dordrecht en staat daar vlak voor de grote kerk.

We steken over en keren terug.

De sloten langs de 's-Gravenweg moesten bevaarbaar zijn. Vandaar dat de meeste huizen slechts via een ophaalbrug te bereiken zijn. Later is die eis komen te vervallen. Aan de rechterhand zien we de Laan van Ypenhof. Meteen valt op nr. 4 het portiershuisje op van het voormalige buiten Ypenhof. In 1716 werd hier het buitenverblijf Lindenhof gebouwd voor de Rotterdamse koopman Hope. Later werd het Ypenhof gedoopt. In 1927 liet de reder Goudriaan door Kromhout een nieuw Ypenhof bouwen. Dit brandde in 1985 af en alleen deze portiersloge rest nog. Herkenbaar is de Engelse country-style.

Zo'n 20 meter verderop op de s-Gravenweg gaat er een voetpad rechtsaf. Dit volgen we naar de Louise de Colignylaan. Deze lopen we in noordelijke richting uit. We komen op de Kralingseweg.

<7>

Als we hier rechtsaf gaan komen we op nr. 179 bij het voormalig woonhuis van de architect J.H. van den Broek. Helaas is er vanaf de straatkant weinig van te zien. In 1952 werd deze woning opgeleverd, die de architect voor zichzelf had ontworpen. Naar de straat toe is de woning nogal gesloten. De tuin liet Van den Broek ontwerpen door Mien Ruys, de tuinarchitecte die veel samenwerkte met de architecten van het Nieuwe Bouwen.

We steken de weg over en lopen linksaf.

Rechts over het water zien we ('s winters) de laatste witte villa die Nieuwe Bouwen architecten Brinkman en Van der Vlugt hebben gebouwd. Het is de villa voor de familie Vaes uit 1935.

We lopen verder steken de Plaszoom over. Voorbij de Plaszoom volgen we het voetpad dat enigszins rechtsaf buigt richting water. Aan de rechterhand doemt de Kralingse Plas op.

Na het droogleggen van de plassen die waren ontstaan door de veenafgraving ontstond o.a. de Prins Alexanderpolder (±1870). De Kralingse plas was de enige plas die niet werd drooggelegd, hoewel daar wel plannen voor waren. De Kralingseweg waarop we lopen vormde met de ’s-Gravenweg de verbindingen tussen stad en polder.

Bij de driesprong het rechterpad aanhouden en het bruggetje oversteken. Doorlopend, rechts aanhoudend zien we rechts twee molens liggen.

De molens zijn de enige twee nog bestaande snuiftabak- en specerijenmolens in Nederland en waarschijnlijk ook ter wereld. De Lelie (links) dateert ten van voor 1775 en mischien wel 1750. De molen werd in 1803 door Isaac Hioolen in Kralingen gekocht. Dat was het begin van ruim 150 Molens aan de Kralingse Plas jaar snuiftabakfrabricage en specerijenmaalderij in Kralingen. De molen stond oorspronkelijk aan de Laan van Nooitgedacht en was toen een stellingmolen, genaamd 'De Ezel'. Hij werd in 1840 op de huidige plek gezet. Bij de molen werd een karottenfabriek gebouwd, waar bundels tabak tot rape (= snuiftabak) worden vermalen. In 1983 is hij geheel gerestaureerd. De rechter molen is de stellingmolen "de Ster", een reconstructie uit 1962 van de oorspronkelijke molen uit 1792. Deze stond oorspronkelijk in Rijswijk en heette toen 'De Stier'. Hoogstwaarschijnlijk werd de molen al in 1846 door de gebroeders Hioolen aangekocht. Zij besluiten “De Stier” in Rijswijk te demonteren om hem op de oude fundering van een afgebrande molen die  “De Ster” heette weer op te bouwen. De nieuwe molen De Ster werd naar men zegt ingericht tot het malen van snuif. Helaas brandde molen De Ster af op 13 juli 1962. Hij werd echter herbouwd. Op 1 juni 1970 werd de molen opnieuw in gebruik gesteld. Nog altijd is de molen regelmatig op vrijwillige basis in gebruik en maalt als vanouds snuiftabak en specerijen.  Tussen de beide molens bevond zich een directeurswoning. Deze woning bestaat nog; nu is er een restaurant in gevestigd.

We vervolgen het pad en gaan rechts een volgende brug over.

Recht voor ons zien aan de overkant van de weg het Park Rozenburg, eens de locatie van een lusthof van een Rotterdamse zakenman.

De Kralingseweg is inmiddels overgegaan in de Kralingse Plaslaan. Deze stamt uit 1911, aangelegd ter ontsluiting van het nog aan te leggen Kralingse Bos. Het bos kwam moeizaam tot stand. Kralingse PlasHet eerste besluit tot aanleg werd in 1911 genomen. Directeur Plaatselijke werken De Jongh zag hier mogelijkheden voor een ontspanningsoord voor de uitdijende arbeidersbevolking van de stad. Bovendien zag hij een praktische en nuttige oplossing voor de afvoer van de havenspecie die naar boven kwam bij de aanleg van de Waalhaven. Diverse ontwerpen werden ingediend, overwogen en verworpen. In 1920 boden de architecten Verhagen en Granpré Molière een plan aan voor een park dat zich primair richtte op de ontspanningsbehoefte van de arbeiderbevolking en dat een poging deed het in aanraking te brengen met de natuur. Zij deden dit door elke oever een ander karakter te geven: de westoever werd een strandbad, de noordoever werd een gebied met voornamelijk speelweiden met hier en daar boomgroepen. Voor het echte bos was de oostoever bedacht. Over dit ontwerp brak een enorme strijd uit tussen deze architecten en "echte" tuinarchitecten die meer een siertuin voorstonden. In 1925 werd zonder plan begonnen met aanleg van een bos. Uiteindelijk werd het plan, dat in 1933 in aangepaste vorm uitgevoerd. De vooroorlogse aanplant, die tot stand kwam met behulp van de "werkverschaffing", ging in de hongerwinter van 1944/45 verloren aan de behoefte aan brandstof van de Rotterdamse bevolking. Het huidige bos is naoorlogs en werd pas in 1953 officieel geopend.

We volgen het pad rechtsaf, dat parallel aan de Kralingse Plaslaan loopt.

Aan de overkant van de Kralingse Plaslaan zien we op nr. 38 de villa die in 1929 werd opgeleverd voor C.H. van der Leeuw, de directeur en opdrachtgever van de Van Nellefabriek. De villa is ontworpen door Brinkman en Van der Vlugt, ook de architecten van de beroemde fabriek van Van Nelle. Beneden bevonden zich dienstvertrekken, op de 1e etage woonvertrekken en op de 2e de slaapkamers.Huis Cees van der Leeuw Op het dak een dakterras en een solarium / fittnessruimte. Ook hier doet de straatkant nogal gesloten aan, maar de tuinkant is vrijwel geheel beglaasd. Van der Leeuw was een hartstochtelijk aanhanger van het Nieuwe Bouwen. Tegen het einde van de bezetting bemoeide hij zich actief met de wederopbouwplannen van Rotterdam. Hij vond de plannen van stadsbouwmeester Witteveen te traditioneel wat architectuur betreft en wilde meer ruimte voor de modernistische functionalistische stedenbouw en architectuur. In 1944 werd hij projectleider voor de wederopbouwplannen en moest Witteveen verbitterd het veld ruimen. Van der Leeuw had in alle opzichten een imago van de moderne zakenman, die de omslag van Rotterdam als handelsstad naar transitohaven en industriestad had gemaakt. Van der Leeuw deed aan sport, hield van buitenlucht en zocht daarom deze plek uit voor zijn villa, ver van de oude elite die in de Waterstad, Scheepvaartkwartier en langs de singels woonde. Hoewel zijn woonkamer op de eerste verdieping nu prachtig zicht biedt op de plas en het bos, was er in 1929 nog niets van bosaanleg te merken. Traditioneel was wel dat hij een buitenverblijf in Oostvoorne had, waar hij regelmatig zijn lunchpauze doorbracht door er met zijn privévliegtuigje heen te vliegen. Het huis doet nu dienst als clubhuis voor de herensociëteit "Eendragt maakt magt". Deze herensociëteit waarvan de oorsprong terug gaat tot 1830 streek hier neer toen hun sociëteit aan de Waterloostraat moest wijken voor de metrobouw rond 1979. Verderop op nr. 88 staat een villa van een vergelijkbare orde. Het is het woonhuis van de architecten Van Egeraat en Houben van het bureau Mecanoo uit 1991. Op de begane grond bevindt zich de ontwerpstudio. De woonkamer op de 1e etage biedt uiteraard een prachtig uitzicht op de Plas. Op de 2e etage zijn de slaapkamers. Het is een meer sierlijk modernistisch huis. Het naastgelegen woonblok is ook door Mecanoo ontworpen. Van dit bureau zijn nog ettelijke ontwerpen gerealiseerd in Rotterdam. De stijl van Mecanoo wordt wel tot het neo-Modernisme gerekend. Deze stijl grijpt terug op het Nieuwe Bouwen van de naoorlogse periode, maar past de principes minder streng toe.

We lopen door langs de Kralingse Plaslaan tot de oversteekplaats bij de Jericholaan.

<8>

Voor we oversteken kijken we nog even vooruit en zien rechts van de Kralingse Plaslaan het Clubgebouw van de Rotterdamse Zeilvereniging op no. 113, ook een staaltje van het Nieuwe Bouwen uit 1936 van Van Tijen. Verderop kunnen we nu ook al links de Kralingse Plaslaanflat zien, eveneens van Van Tijen (en Maaskant). De flat dateert van 1938 en lijkt veel op de Bergpolderflat van dezelfde architecten van een jaar eerder. Waar deze flat mikte op de middenklasse, was de Bergpolderflat een voorbeeld van sociale woningbouw. De woningen hier zijn groter en luxueuzer. Het is 10 hoog en de liften stoppen niet overal, zodat bewoners ook het beglaasde trappenhuis moeten gebruiken. Op de begane grond bevinden zich gemeenschappelijke ruimtes, voor wassen, bergen, knutselen en zelfs logeerkamers.

Wij slaan echter linksaf de Jericholaan in.

Deze naam doet denken aan de lusthof Jericho, die hier in de 18e eeuw heeft gelegen. Na de annexatie van Kralingen door Rotterdam, ontstonden naast de mooie bebouwing van deze straat ook veel arbeiderswoningen in de straten links en rechts ervan.

We lopen de mooie laan uit tot we weer op de Oude dijk terechtkomen. We houden links aan en steken bij de oversteekplaats de Oudedijk over.

Tramhalte Jericholaan (lijn 7)

Voor ons zien Nieuwe Plantagewe de Nieuwe Plantage. Een park dat in 1844-48 werd aangelegd in een tot Rotterdam behorend strook land. Het was een particulier initiatief van de Rotterdamse Werkvereniging met het oogmerk werk te verschaffen aan werkloze arbeiders die op liefdadigheid waren aangewezen. Zo werden twee vliegen in één klap geslagen: sociale nood ledigen en nuttige werken uitvoeren.  Stadsarchitect W.N. Rose maakte voor het park een ontwerp, waarbij de tekening voor advies aan J.D. Zocher, de ontwerper van Het Park (bij de Euromast) en het Vondelpark in Amsterdam, werd voorgelegd. Die bood aan om zich over het project te ontfermen, zonder daarvoor een geldelijke beloning te vragen. De mensen die hij in dienst nam om toezicht te houden op het project vroegen overigens wel een beloning. In januari 1845 werd aan het project begonnen, en aan het eind van 1848 was het park voltooid.   De ernaast gelegen gasfabriek, die 1852 werd geopend, werd echter de (tijdelijke) ondergang voor het park. De grond in dNieuwe Plantagee wijk was sterk vergiftigd en de sanering ervan is recent afgerond. Het park diende als grondopslagterrein voor de bodemsanering. De sanering is in 2000 voltooid. De Nieuwe Plantage kreeg daarna een nieuwe inrichting, ontworpen door Peter Verkade, waarbij de oude muur en het poortwachtershuisje van de gasfabriek bewaard zijn gebleven. 

We lopen het park in

Links zijn de contouren van de gashouders van de voormalige gasfabriek zichtbaar gehouden. Rechts is een nieuwe singel gegraven. Het park is een echt wijkpark geworden en een aantrekkelijke doorsteek tussen de Oudedijk en de Weteringstraat.

We lopen het park door tot aan de Weteringstraat. Hier slaan we rechtsaf.

De Weteringstraat is in 1891 ontstaan door demping van de Groene Wetering.

Vervolgens gaan we de tweede straat linksaf de winkelstraat in: Frits Ruyschstraat. We lopen deze uit tot de Gerdesiaweg.

 

Gerdesiaweg (lijn A, B en C)

<9>

Dit deel van Kralingen is in 1940 geheel verwoest. Volgens stadsarchitect Witteveen moest de Gerdesiaweg een Parkway vormen vanaf het Hofplein naar het Kralingse Bos. De wederopbouwplannen van Witteveen oogsten veel kritiek. Ze werden als te traditioneel gezien door met name de Nieuwe Bouwen-architecten. De uiteindelijke plannen hadden veel invloed van het Nieuwe Bouwen. In 1946 werd begonnen met de bouw van 1600 woningen. Het deel ten Noorden van de Gerdesiaweg is ontworpen door Van den Broek.

We lopen rechtsaf en lopen tot aan een brede zijstraat aan de linkerkant (Slaak) van de Gerdesiaweg. Hier steken we over.

Even voorbij het Slaak staat het Oostelijk Zwembad. In 1932 gebouwd op initiatief van een aantal vooraanstaande Rotterdammers. Het bad heeft een gebogen overspanning, waardoor veel daglicht binnen kan komen. Rondom loopt op de 1e verdieping een galerij met kleedhokjes.

We lopen het Slaak linksaf in.

 Voordat het Slaak werd gedempt diende het als afwatering voor de Kralingse polders. Tussen 1869 en 1901 werd het fasen gedempt. Op nr. 34 stond tussen 1907  en 1940 Slaakhuishet door HP Berlage ontworpen gebouw Voorwaarts, waar de gelijknamige sociaal-democratische krant was gevestigd. Het gebouw werd op 14 mei 1940 verwoest. Voorwaarts was al in de jaren dertig met het Amsterdamse Het Volk gefuseerd. NSB'er Rost van Tonningen nam in 1940 als Kommisar für die Marxistischen Parteien de leiding van de Arbeiderspers en Het Volk over. Directeur Van der Veen, die tot vergaande concessies bereid was geweest om zijn onderneming te redden pleegde zelfmoord. In 1955 werd op deze plek het Slaakhuys geopend, waar de Rotterdamse editie van de sociaal-democratische krant Het Vrije Volk werd geredigeerd en gedrukt. In 1956 en 1957 is de krant het grootste dagblad van Nederland. Daarna gaat het bergafwaarts. In 1970 verandert de krant van een landelijke krant in een regionaal dagblad.  In 1972 verdwijnt de eigen drukkerij en verhuist de redactie van het Vrije Volk naar de Witte de Withstraat. In 1990 fuseert de krant met het Rotterdamsch Nieuwsblad tot Rotterdams Dagblad. In 2005 wordt deze krant een editie van het Algemeen Dagblad. Het gebouw is een ontwerp van Jo Vegters en sinds 2007 een rijksmonument. In 2019 is het gebouw na een grondige renovatie en verbouwing heropent als restaurant Didot 34. De naam verwijst naar het lettertype waarmee Het Vrije Volk werd gedruk. Het hoogbouwdeel van het gebouw is een hotel geworden.

Het Slaak leidt ons naar het Oostplein.

<10>

Hier stond vanaf begin 15e eeuw de Oostpoort. In 1836 werd die gesloopt. Het plein ontstond door demping van een kolk.

We steken de bij de Tramhalte (links) Oostzeedijk over (van eetcafé De Dijk naar café Locus Publicus) en gaan linksaf.

De Pui

In dit stuk is heel wat Kralingse horeca geconcentreerd. Aan de linkerhand zien we de opvallende gevel van café de Pui.  De schildering in de voormalige reclamelijst herinnert aan een toen gangbare manier van reclame maken in de stad.

Dan weer rechtsaf de Admiraliteitsstraat in. We komen dan op de Admiraliteitskade, die langs het Boerengat loopt.

Het Boerengat werd in 1591 net buiten de stad gegraven als winterbergplaats voor de haringvloot. In 1644 werd hier het kantoor van de Admiraliteit aan de Maeze gebouwd. Dit was één van de vijf Admiraliteiten van de Staten-Generaal. De Landswerf, waar de marineschepen werden gebouwd lag vanaf 1689 aan de overkant van het Boerengat. In 1795 werden de Admiraliteiten opgeheven en in de 19e eeuw werden de gebouwen een Rijksentrepot en Marinierskazerne. In 1940 werden de marinegebouwen verwoest.  In 1699 werd het Boerengat in oostelijke richting vergroot met het Buizengat. De nog resterende vooroologse gebouwen stammen hier merendeels uit de 19e eeuw. 

We lopen rechtsaf naar het Oostplein terug.

Het woningblok rechts aan het Oostplein is in de stijl van de Amsterdamse School en dateert uit 1921. Op het plein staat een standbeeld van een marinier, ter nagedachtenis aan de marinierskazerne Metro ingang Oostpleindie hier in 1940 door de Duitsers werd verwoest. Diezelfde mariniers speelden een hoofdrol in de verdediging van de Maasbruggen in mei 1940. Let vooral op het boogveld met reliëf, dat verwerkt is in de ingang van het metrostation. Het is afkomstig van het Admiraliteitsgebouw, waarvan de oudste delen dateerden uit 1660.

 

Metro Oostplein (lijn A, B en C)

Tram lijn 21, 24 (Oostplein) 

 

 

Wandeling A - deel 1
  Overzicht Volgende

© Eddy le Couvreur, 1999-2013

 laatst bijgewerkt: 5-12-2019