100 jaar architectuur in Rotterdam

1968: Oecomenisch Centrum

Gerrit Rietveld, Joan van Dillen en Johan van Tricht

De Duitse Evangelische Kirche stelde in 1961 voor de stad Rotterdam een 'Sühnezeichen' aan te bieden. Het gebouw zou een internationaal  ontmoetingscentrum voor de oecumenische beweging moeten vormen. Het bevatte ruimtes en zalen voor diverse lezingen en cursussen. Het moest een open gebouw worden, maar ook een gebouw dat een duidelijk 'teken' was. De opdracht ging naar het bureau van Gerrit Rietveld. Rietveld overleed in 1964 en Van Dillen in 1966. De derde medewerker Van Tricht heeft de bouw begeleid op basis van de uitgewerkte schetsen van Van Dillen, die kleuren, materialen en details vanaf zijn ziekbed bepaalde. Het ontwerp bestaat uit een van de grond af getilde kubus, die gedragen wordt door vier 'torens'. Het hele complex is opgebouwd op een vierkant raster. De begane grond bevatte de entree, de eerste verdieping de eetzaal, de keuken en de dubbelhoge centrale ontmoetingsruimte, de 'social hall'. Op de tweede verdieping was een sportzaal, de derde verdieping bevatte de bibliotheek en cursuszalen, de vierde verdieping een ruimte voor handenarbeid en een beheerderswoning. De vijfde verdieping had logeer- en werkkamers en op de dakverdieping was een rustkamer.  Het samenbrengen van de verschillende functies in één abstract volume verbeeldt de oecomenische gedachte.

Het gebouw is sinds 1992 eigendom van de Erasmus Universiteit en heet nu gebouw Visser 't Hooft. Het is verbouwd en was enige tijd in gebruik als faculteit Wijsbegeerte. Momenteel staat het leeg.

Rietveld was van oorsprong meubelmaker. Van zijn hand zijn de beroemde Rietveldstoelen. Rietveld behoorde vanaf 1919 enige tijd tot de kunststroming de Stijl, waarin Theo van Doesburg een leidende rol vervulde. Ook JJP Oud en de schilder Piet Mondriaan waren Stijl-aanhangers. Naast meubels ontwierp Rietveld ook woningen. Het bekendste is wel het Rietveld-Schröderhuis, dat heel sterk de kenmerken van de Stijl draagt. In 1928 sloot Rietveld zich aan bij de modernisten van het CIAM met Le Corbusier als groot voorbeeld. In de jaren 50 ontwerpt Rietveld veel woningbouwprojecten voor corporaties. In 1961 associeert hij zich met Joan van Dillen en Johan van Tricht. Na zijn dood in 1963 werkt m.n. van Tricht nog een aantal belangrijke schetsontwerpen uit tot gerealiseerde ontwerpen.

 


Ook opgeleverd in 1968

Medische faculteit OD 205
Bejaardenhuis Borgstate Leo de Jonge
Weenagebouw H.A. Maaskant
Metrostations Linkermaasoever C. Veerling
Kweekschool Thomas Morus J. Margry / A. Jacobs

Andere projecten van Gerrit Rietveld:

Schröderhuis Utrecht 1924
Chauffeurswoning Utrecht 1928
Woningbouw Erasmuslaan Utrecht 1931
Woonhuis Klep Breda 1932
Woningbouw Schumannstraat Utrecht 1932
Woonhuis Nuyens  Breda 1933
Woonhuis Hillebrandt Den Haag 1935
Woonhuis Mees Den Haag 1936
Woonhis Wyburg Den Haag  1939
Vakantiehuis  Breukeleveen 1941
Woonhis Stoop Velp 1954
Sonsbeek paviljoen Otterlo 1954
Weverij De Ploeg Bergeijk 1956
Woonhuis Visser Bergeijk 1956
Woningbouw Klaverhof Nagele 1957
Woonhuis Van den Doel Ilpendam 1959
De Zonnehof Amersfoort 1959
Academie Arnhem 1962
Schrale's beton Zwolle  1963



Andere projecten van Rietveld, Van Dillen Van Tricht    

Woonhuis Slobbe Heerlen 1964
Rietveld Academie Amsterdam 1967
Gemeentelijke Scholengemeenschap  Doetinchem 1971
Van Goghmuseum Amsterdam 1973

100 jaar Architectuur- overzicht
terug
verder