100 jaar architectuur in Rotterdam

1957: Bijenkorf

Marcel Breuer

Breuer werd geboren in de Hongaarse stad Pécs. Na zijn studie in Wenen sloot hij zich aan bij het Bauhaus. In 1925 ontwierp Breuer een stoel voor Wassily Kandinski, een designstoel die nog altijd goed wordt verkocht.

Na enige tijd in Berlijn gewerkt te hebben, vertrok Breuer in 1935 vanwege zijn joodse afkomst noodgedwongen naar Londen. Twee jaar later vestigde Breuer zich definitief in de Verenigde Staten. Hij werd hoogleraar aan de universiteit van Harvard en werkte intensief samen met Walter Gropius. Eind jaren vijftig ontwierp hij het gebouw van de UNESCO in Parijs. Een van zijn beroemdste werken, het ontwerp van De Bijenkorf in Rotterdam, stamt uit dezelfde tijd.  Eind jaren vijftig was Breuer de eerste internationale beroemdheid die enkele gebouwen in Nederland realiseerde.

De Bijenkorf van Breuer vervangt het gebouw van Dudok, dat bij zijn opening in 1930 veel lof oogstte. Het gebouw van Dudok stond aan de kop van de Schiedamse Dijk en de Schiedamse Vest aan het toenmalige Van Hogendorpplein, ongeveer op de plek waar nu het Churchillplein ligt. Het liep in het bombardement van 1940 een voltreffer op en was flink beschadigd. Het gebouw functioneerde verder als warenhuis in het deel dat gespaard was gebleven. In het basisplan van Van Traa, dat de blauwdruk vormde voor de wederopbouw, stond het gebouw echter in de weg. Het belemmerde de nieuwe oriëntatie van de Coolsingel op de Schiedamse Dijk (i.p.v. de Schiedamse Vest) en ontnam het "venster op de rivier" dat Van Traa nastreefde. Om die reden werd de Bijenkorf niet hersteld, maar afgebroken - iets wat veel architectuurliefhebbers nog altijd diep betreuren, te meer er van het "venster op de rivier" later niet veel terecht is gekomen. 

De directie van de Bijenkorf was tijdens een studiereis naar Amerika in contact gekomen met Breuer. Voor de opdracht van het Rotterdamse filiaal van de Bijenkorf werkt hij samen met  Abraham Elzas, de vaste architect van het Bijenkorf-concern. Elzas had de dagelijkse leiding over de bouw. Hij ontwierp vele vestigingen van de Hema, waaronder die aan het Beursplein (inmiddels gesloopt en vervangen).

In tegenstelling tot het glazen paleis van Dudok werd de nieuwe Bijenkorf, naar de nieuwe handelsinzichten een gesloten doos, met slechts een strook ramen bij het restaurant en de kantoren. Op de begange grond werd de gevel door etalages in beslag genomen. De filosofie hierachter was dat het winkelend publiek niet door een mooi uitzicht moest worden afgeleid van het kopen.

De gevels zijn bekleed met travertin, deels in zeshoekige honingraatvorm. Die vorm .is een subtiele referentie aan de naam van het warenhuis. Tussen de platen bevinden zich spleetvensters. De gevelplaten zijn gefrijnd, dat wil zeggen van een ribbelpatroon voorzien. Door dit patroon in afwisselende richtingen  aan te brengen is de levendigheid van de gevel vergroot. Breuer rekende erop dat de aanslag van uitlaatgassen deze structuur verder zou accentueren. Gevelreiniging is dus uit den boze! Op de bovenste, vierde verdieping, liggen de kantoren en de personeelskantine. Deze ruimtes krijgen daglicht vanuit drie patio’s.

Volgens het basisplan moest de Coolsingel een dubbele rooilijn krijgen. een terug liggend deel en een vooruitspringend deel op de hoek van de Van Oldenbarneveltstraat. Breuer wilde zijn ontwerp hierop niet aanpassen en de gemeente wilde deze beroemde architect niet trotseren. Een uitweg uit het dilemma werd gevonden in een grote sculptuur van de Russische kunstenaar Naum Gabo. Het is het grootste constructivistische werk ter wereld geworden en gaat door het leven onder de onofficiële titel "Het Ding". 

Aan de Lijnbaanzijde was een paviljoen gesitueerd, het Bijkorama, dat in 1994 is gesloopt. Op die plek staat nu de B-Tower, een woontoren ontworpen door Wiel Arets uit 2012.

 Tussen de Bijenkorf en het in de oorlog gespaarde hotel Atlanta werd een tussengebouw met een glazen gevel gefrommeld, waarin decennialang de Cineac-bioscoop was gevestigd. Nu is het een restaurant. In 1974 werd er een parkeergarage aan de Aert van Nesstraat bijgebouwd. Dit eveneens door het bureau van Breuer (Drexhage) ontworpen gebouw oogstte weinig waardering. Het werd aanvankelijk door Welstand afgekeurd, maar toen Breuer hoogstpersoonlijk zijn ontwerp kwam verdedigen en zijn bijna vijftigjarige architectuurervaring in de strijd wierp, werd het alsnog goedgekeurd.


Ook opgeleverd in 1957:

Wijk Westpunt Hoogvliet C. Stam-Beese
Graanhuis, Wijnhaven Cornelis Elffers
Spaarbank J. Oud
Centraal Station S. Van Ravensteyn
Galeries Modernes Van den Broek en Bakema

 

Andere projecten van Marcel Breuer:

Elders:

Van Leer Amstelveen 1958
Amerikaanse Ambassade Den Haag 1959
Unesco Parijs 1958
Whitney Museum of American Art New York 1966

 

100 jaar Architectuur- overzicht
terug
verder