100 jaar architectuur in Rotterdam

1955: Woningbouw Kleinpolder

Lotte Stam-Beese

Kleinpolder is de eerste na-oorlogse woonwijk die wordt gebouwd. De modernistische architecte en stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese ontwerpt voor de wijk woonblokken  van maximaal vier lagen in strokenbouw. Een deel van de woningen is inmiddels grondig gerenoveerd. Stam-Beese is een exponent van de wijkgedachte die de modernistische stedenbouwers na de oorlog uitdroegen. In Rotterdam kreeg zij de gelegenheid haar ideeën in Kleinpolder, maar later veel grootschaliger in Pendrecht, gestalte te geven. De wijkgedachte was volgens hen de bouwsteen om het gemeenschapsgevoel van de stad vorm te geven. Op het niveau van de stad kon dat niet. Het dagelijks leven (wonen, boodschappen, school, werk, cultuur) hoorde zich af te kunnen spelen in de wijk. Slechts voor grote aankopen of deelname aan culturele activiteiten moest men incidenteel de wijk verlaten en een bezoek aan het stadscentrum brengen.

Kleinpolder, 1955In de architectuur zijn de kenmerken van het nieuwe bouwen herkenbaar: veel gebruik van beton, glas en staal. Zonlicht toetreding is belangrijk en bepaalt de orientatie van de gebouwen. Trapportieken zijn zichtbaar aan de gevel, bergingen liggen op de begane grond. De ruimte tussen de woonblokken is gereserveerd voor groen als een gemeenschappelijke tuin. Wonen en verkeer zijn gescheiden. Er is op grote schaal geëperimenteerd met pref-fab bouwelementen. Omdat de nadruk eenzijdig lag op de aantallen woningen was de gemiddelde woning bescheiden van opzet. De gemiddelde oppervlakte was 53 vierkante meter.

Lotte Stam-Beese was de voormalige echtgenote van de Nederlandse modernistische architect Mart Stam en was in 1947 in dienst van de gemeente getreden als stedenbouwkundige. Volgens Stam-Beese zou de wijkgedachte in Rotterdam gemakkelijk wortel schieten, omdat ze de stad zag als een open structuur met min of meer zelfstandige delen, die in de loop der tijd waren geannexeerd. Juist in een stad met grootschalige scheepvaart en havenarbeid zou behoefte hebben aan de intimiteit die de buurt en de wijk konden bieden.De structuur van Kleinpolder was gebaseerd op deze wijkgedachte. Woningen vormden een buurt, buurten een wijk en wijken een stad. Op dezelfde manier probeerde Stam-Beese de wegen te ordenen. Van paden bij de woning tot buurtstraten, doorgaande wegen in de wijk en snelwegen. Deze ordening van de verschillende verkeersstromen zou in de jaren ‘60 op grotere schaal toegepast worden, onder andere in Lelystad en de Bijlmermeer.

Het gedachtengoed van Stam-Beese had hoge verwachtingen van de gemeenschapszin die haar ontwerpen zouden bewerkstelligen. Maar helemaal gerust op het resultaat was men kennelijk niet. Met name in Pendrecht werd een strenge selectie toegepast op de bewoners die zich in de modelwijken mochten vestigen. Uiteindelijk leverde de modernistische stedenbouw functionele maar saaie woonwijken op en een steriel stadscentrum. Hoe kwetsbaar de voor het functioneren van deze wijken noodzakelijke gemeenschapszin was bleek toen de oorspronkelijke bewoners de kleine en kwalitatief matige woningen verlieten, de selectiemechanismen als te betuttelend werden afgeschaft en nieuwe, sociaal-economisch zwakke bewoners af kwamen op de woningen met lage huren. Verloedering en verpaupering was het lot van veel van deze buurten. Dit wordt nu met veel moeite weer terug gedraaid door woningverbetering, sloop en diversificatie van het woningaanbod.


Ook opgeleverd in 1955:

Bijkantoor Nederlansche Bank A. van Roode
Tearom Ruteck Cornelis Elffers
Citrusveiling H.A. Maaskant
Bioscoop Thalia J. Hendriks, W. van der Sluys, L.A. van den Bosch
Synagoge J.H. van Duijn
Woningbouw Goereesestraat Van den Broek en Bakema
Het Vrije Volk J.J.M. Vegter


Andere projecten van Lotte Stam-Beese:

In Rotterdam:

Woningbouw Pendrecht, 1953

Elders:

Montesorischool, Amsterdam 1935
Drive-in woning Van Dijckstraat, Amsterdam, 1937

 

100 jaar Architectuur- overzicht
terug
verder