100 jaar architectuur in Rotterdam

1941: Diergaarde Blijdorp

S. van Ravesteyn

De eerste dierentuin in Rotterdam was een initiatief van twee spoorwegmedewerkers, die in 1856 een stukje grond van hun werkgever Entree Diergaarde Blijdorphuurden nabij het station Delftse Poort. Hier brachten zij hun collectie vogels (waterhoentjes, eenden, fazanten) onder. Twee collega's sloten zich aan huurden een aangrenzend spoortuintje en er werden ook zoogdieren aan de collectie toegevoegd, zoals een haas, vervolgens apen, een hert, twee rendieren, een tijgerkat, een hyena, zelfs een beer. Dit initiatief werd al in 1857 overgenomen door een vereniging van notabelen, die tot doel had een "zoölogische inrichting" te stichten. De spoorwegmensen werden uitgekocht en er werd een echte dierentuin aangelegd, ontworpen door landschapsarchitecten Zocher, bekend van het Park. Henri Martin, een Marseillaanse voormalige leeuwentemmer uit Kralingen werd de directeur. Al in 1876 vond een uitbreiding plaats naar ontwerp van D. Wattez.

Midden jaren dertig kampte de diergaarde met ruimtegebrek. Ook werd de tuin wat achterhaald qua opzet. Deze was sterk encyclopedisch: alle soorten geordend op een rij en in aparte kooien. Er bestond behoefte aan een meer natuurlijkeRivierahal en uitkijktoren presentatie van de dieren in een quasi natuurlijke omgeving, waarin hekken vervangen werden door grachten. Als nieuwe locatie liet de gemeente het oog vallen op de Blijdorppolder die sinds 1931 in ontwikkeling was. Het terrein werd beperkt door de spoorbaan, die sinds 1893 het station Delftse Poort (later Centraal Station) met Gouda verbindt. Als architect werd Sybold van Ravesteyn gekozen. Hij ontwierp een nieuwe type diergaarde, waarin de principes van het Nieuwe Bouwen werden toegepast. Het ontwerp was open en licht, maar in tegenstelling tot het rigide functionalisme dat de boventoon voerde in het Nieuwe Bouwen paste Van Ravesteyn exotische vormen toe en voegde hij tot in de kleinste details uitgewerkte ornamenten toe aan de gebouwen. Hij nodigde bevriende kunstenaars uit om beelden ter versiering van de gebouwen en verblijven te maken. In de decoratie van de gebouwen en de vormgeving wordt geprobeerd de herkomst van de dieren vorm te geven. Ook gebruikte Van Ravensteyn, net als in zijn latere werk, heel vaak kromme lijnen toe, ongehoord in het Nieuwe Bouwen. Nog tijdens de bouw van de nieuwe Diergaarde werd de oude diergaarde tijdens het bombardement van 1940 verwoest. De wilde dieren stonden figuurlijk, maar in een aantal gevallen ook letterlijk op straat. Daarom werd besloten de dieren voortijdig te verhuizen en de nieuwe diergaarde voor de voltooiing te openen. 

Gegroepeerd langs de hoofdas liggen de diverse verblijven en weiden. Centrale plaats neemt de Rivièrahal in, die in verbinding staat met de (winter)verblijven voor de tropische dieren. Naast de hal werd de, inmiddels afgebroken, uitkijktoren gebouwd. De Rivierahal was bedoeld als Wintertuin, waar het hele jaar door tropische planten te zien zouden zijn. Na de oorlog veranderde de functie van de hal flink. Er waren door het bombardement geen grote zalen meer beschikbaar voor evenementen, tentoonstellingen en concerten. De Rivierahal bood die ruimte wel en werd het toneel voor o.a. optredens van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ook werden hier bokswedstrijden gehouden en televieshows opgenomen. Na de realisatie van De Doelen in 1966 en de Ahoy' hallen in 1971 keerde de hal weer naar zijn oorspronkelijke functie terug. 

Sinds 1990 wordt de Diergaarde grondig gemoderniseerd. Nog meer hokken worden vervangen door natuurlijk aandoende leefomgevingen. Bestaande weiden en verblijven worden vergroot en de landschappen verlevenigd. Hierdoor raakt het totaalontwerp van Van Ravesteyn steeds meer aangetast. Met de bouw van het Oceanium is een uitbreiding begonnen aan de andere kant van het spoor. Die locatie wordt door middel van een tunnel verbonden met het oude terrein. Met deze uitbreiding is ook het parkeerprobleem aangepakt en is een tweede entree gemaakt. 


Ook opgeleverd in 1941:

Maastunnel J.P van  Bruggen, A.J. van der Steur
Villa Phoenix C. Elffers

Andere projecten van Sybold van Ravesteyn:

In Rotterdam:

NS Station Noord 1953
Centraal Station 1957

Elders

Seinhuis Maastricht 1933
Eigen woonhuis Utrecht 1934
Holland van 1839 Dordrecht 1939
Schouwburg Kunstmin Dordrecht 1940
Station Nijmegen Nijmegen 1954
Benzinestation Arnhem 1957
Stationspostkantoor Nijmegen 1964



100 jaar Architectuur- overzicht
terug
verder