100 jaar architectuur in Rotterdam |
1937: Rotterdamse Manege |
Wim van Tijen |
Als een van de weinige functionalistische architecten van het Nieuwe Bouwen zocht Van Tijen nadrukkelijk toenadering tot de traditionalistische architecten van de Delftsche School. Hij deed pogingen een "shake hands" stijl te vinden. Voor de opdracht voor de Rotterdamsche Manege in Kralingen, die hij had gekregen vanwege zijn goedkoop uit te voeren ontwerpen, zocht hij contact met Van Pouderoyen, die enigszins open stond voor moderne inzichten. Maar ook dit lukte niet echt. Voor de manege maakten elk een eigen ontwerp met het idee, dat ze samen tot een synthese zouden kunnen komen. Van Pouderoyen ontwierp een landelijke schuur met een groot, rustig zadeldak. Van Tijen ontwierp een robuuste stalen hal met veel glas. De dialoog leidde niet tot een gemeenschappelijk ontwerp en Van Tijen's ontwerp werd uitgevoerd. Het complex bestaat uit bouwdeel met stallen aan de Noordzijde, een dubbel woonhuis aan de Zuidzijde en daartussen de eigenlijke manege met de dressuurhal en aan de westzijde een terras en tribunes met daaronder een glazen foyer en kleedruimtes. De manege hal is heel eenvoudig. De tribune heeft een capaciteit van 330 toeschouwers voor een concours hipique. De stallen kunnen 48 paarden huisvesten. De gebouwen zijn als staalskelet uitgevoerd, ingevuld met witgeschilderd metselwerk. Het complex is opgenomen op de Rijksmonumentenlijst. Weliswaar werd de Sociëteit in 1956 door brand verwoest en vervolgens herbouwd in een andere stijl, maar de Binnenmanege, de oude stal en de bedrijfswoningen zijn nog steeds in de oorspronkelijke staat. Het onderzoek naar de mogelijkheden om de aanvraag tot Rijksmonument in te dienen door een aantal architectuurhistorici werd bemoeilijkt doordat alle oorspronkelijke tekeningen van het complex tijdens het bombardement in 1940 zijn verbrand. Gelukkig kon op basis van oude foto’s en de herbouwtekeningen van 1957, beide afkomstig uit het Jockey Club archief, de oorspronkelijke situatie gereconstrueerd worden. Het gebouw is in gebruik bij de vereniging
de Jockeyclub (opgericht 1838), een van de oudste
rijverenigingen in Nederland. De manege
heeft een directe aansluiting op de ruiterpaden in het
Kralingse Bos. |
Ook opgeleverd in 1937:
Erasmiaans Gymnasium | A. van der Steur |
Sportfondsenbad Noord | De Roos en Overeynder |
Woonhuis Oudorpweg | W. van Tijen |
Andere projecten van Van Tijen:
In Rotterdam:
Parklaanflat | W. van Tijen | 1933 |
Bergpolderflat | W. van Tijen | 1934 |
Clubgebouw Kralingsche Zeilvereniging | W. van Tijen | 1936 |
Dubbel woonhuis Essenlaan | W. van Tijen | 1936 |
Woonhuis Oudorpweg | W. van Tijen | 1937 |
Plaslaanflat | W. van Tijen, H.A. Maaskant | 1938 |
Woningbouw Zuidwijk | W. van Tijen | 1958 |
Zuidpleinflat | W. van Tijen, E. Groosman | 1947 |
Industriegebouw Oostzeedijk | W. van Tijen, H.A. Maaskant | 1947 |
Elders:
Montesorischool | Amsterdam | 1935 |
Drive-in woningen Anthony van Dijckstraat | Amsterdam | 1937 |
Luchtvaarlaboratorium | Amsterdam | 1941 |
De Dreijenborch | Wageningen | 1961 |
Campus TU Twente | Drienerlo | 1964 |
Hoofdgebouw TU Twente | Drienerlo | 1964 |
Studentenhuisvesting | Drienerlo | 1964 |