100 jaar architectuur in Rotterdam

1933: Villa Sonneveld

J. Brinkman en L.C. van der Vlugt

Jan Brinkman is de zoon van de Rotterdamse architect Michiel Brinkman. Toen deze overleed, studeerde Jan Brinkman nog voor civiel ingenieur aan de Technische Hogeschool in Delft. Daarom associeerde die zich (op voorspraak van Kees van der Leeuw, fabrikant Van Nelle) met architect Leen van der Vlugt. Met Brinkman als het zakelijk brein (die zich nauwelijks met ontwerpen bezighield) en Van der Vlugt als begenadigd ontwerper, ontwikkelde het bureau zich voorspoedig. Van der Vlugt kan worden gezien als een van de pioniers van het Nieuwe Bouwen. Deze architectuurstroming was de Nederlandse pendant van het functionalisme dat internationaal, onder de stuwende kracht van de Fransman Le Corbusier, verenigd was in het CIAM, Congrès Internationale de l'Architecture Moderne. In Nederland richtte Van de Vlugt de architectenvereniging de Opbouw (1920) op. De functionalisten wilden breken met de traditionele architectuur. Het gaat niet zo zeer om een nieuwe bouwstijl, maar meer een nieuwe bouworganisatie, die tegemoet moest komen aan de eisen van economische en demografische schaalvergroting. De aanhangers waren van mening dat de enorme bevolkingsaanwas nooit meer adequaat en menselijk gehuisvest kon worden als werd vastgehouden aan de gebruikelijke manier van bouwen. Functionalisme, standaardisatie en schaalvergroting stonden centraal. De geboden oplossingen waren behoorlijk radicaal. Het arbeidershuis was niet langer een afgeleide van de burgerlijke villa, maar iets geheel nieuws. Er werd gericht op collectieve bouw, met aandacht aan praktische indeling, comfort en licht, maar waarbij ook stoep, tuin of plat werd ingeruild voor grote collectieve voorzieningen als park, plein en daktuin. De directe confrontatie met de straat verdween en werd vervangen door een verbinding met de natuur en zonlicht door ruimbeglaasde gevels.Zij zochten naar abstractere vormen, waarin licht en openheid centraal stonden. 

Hoewel de functionalisten als Van der Vlugt vooral een oplossing voor de volkshuisvesting nastreefden vonden zij aanvankelijk niet veel opdrachtgevers in deze sector, die vooralsnog op  traditionele manier bleef bouwen. Er was zelfs een tegenbeweging vanuit de Delftse School die betoogde dat functionalisme bij arbeiders tot vervreemding en immoraliteit zou leiden. In de elite waren er wel aanhangers te vinden van de principes van het nieuwe bouwen. Ook de economische crisis zorgde ervoor dat opdrachten uitbleven. Het is daarom ironisch dat de functionalisten in de jaren 30 vooral hun brood verdienden met het ontwerpen van villa's en appartementengebouwen voor de elite en de gegoede burgerij. Kees van der Leeuw, directeur van de Van Nellefabriek was een overtuigd aanhanger van het Nieuwe Bouwen en meer dan één  opzicht een "modern" mens. Hij gaf Brinkman en Van der Vlugt opdracht voor het bouwen van de beroemde fabriek in de Spaanse Polder. Ook zijn woonhuis in Kralingen werd door deze architecten gebouwd. Sonnenveld was adjunct directeur van de Van Nelle fabriek. Voor hem bouwden Brinkman & Van der Vlugt een villa aan de rand van het land van Hoboken aan de Jongkindstraat. Later volgden nog een aantal vergelijkbare ontwerpen in de zelfde straat, waaronder nog één van dit duo. Voor deKlik voor vergroting andere adjunct, De Bruyn, bouwden zij een villa in Schiedam.

Het huis is een toonbeeld van functionalisme. De begane grond bestaat uit een betegelde onderbouw, waarin de dienstvertrekken waren gevestigd. De onderbouw springt terug van de rest van de gevel waardoor de bovenbouw lijkt te zweven. De woonetage is voor zien van grote raampartijen. De woonkamer bood uitzicht op het toen nog onbebouwde Land van Hoboken. Op de tweede etage waren de slaapvertrekken en boven op een dakkamer met dakterras. Licht en lucht hebben volop toegang tot het huis hetgeen, in combinatie met de uitstekende moderne sanitaire voorzieningen, past in het belang dat Nieuwe Bouwers stelden aan hygiëne en gezondheid. Het interieur was kleurig en werd gekenmerkt door een zucht naar comfort en luxe. Sonneveld was geen vooruitstrevende kunstliefhebber, maar was wel geïnteresseerd in moderne techniek. De woning zat vol technische snufjes, zoals dienstliftjes, een centrale klok, ingebouwde radio's, huistelefoon en een centraal oproepsysteem. De familie stapte bij de verhuizing naar het huis in 1933 in nieuw tijdperk in. Ze namen bij de verhuizing vrijwel niets mee uit hun oude huis aan de Heemraadsingel. Brinkman en Van der Vlugt hebben zich bij het ontwerp verdiept in de leefwijze van de familie. De vertrekken van bewoners en personeel zijn strikt van elkaar gescheiden. De kleuren van de kamers zijn gekozen in overeenstemming met de wensen van de familieleden. Ook de technische voorzieningen van het huis zijn ontworpen in samenspraak met het gezin.

Vanaf 1957 was de villa in gebruik als Consulaat van België. Gelukkig hebben de Belgen weinig geld aan het huis gespendeerd, waardoor het nagenoeg in oorspronkelijke staat verkeerde toen het Consulaat in 1996 werd gesloten en de villa werd aangekocht door de Stichting Volkskracht  Historische Monumenten. De stichting heeft de villa laten restaureren door Joris Molenaar. Ook het interieur werd gereconstrueerd aan de hand van (familie)foto's. Het huis is te bezichtigen in  combinatie met het naastgelegen Nederlands Architectuurinstituut.


Ook opgeleverd in 1933:

Clubgebouw Rotterdamsche Golfclub Brinkman & Van der Vlugt
Huis Bouvé Brinkman & Van der Vlugt
Prinsekerk Blijdorp J.C. Meischke
Raad van de Arbeid P. Hooykaas / M. Lockhorst
Parklaanflat W. van Tijen

 

Andere projecten van Brinkman & Van der Vlugt:

In Rotterdam:

Woning Van der Leeuw 1929
Graansilo 1931
Kantoorgebouw Mees & Zoonen 1931
Van Nellefrabriek 1931
Clubgebouw Rotterdamsche Golfclub 1933
Huis Bouvé 1933
Huis Sonneveld 1933
Woonhuis Vaes 1935
Stadion Feijenoord 1936

  Elders:

Vergadergebouw Theosophische Vereniging Amsterdam 1927
Administratiegebouw Theosophische Vereniging Amsterdam 1929
Woonhuis de Bruyn Schiedam 1931
Telefooncel  Noordwijk aan Zee 1932
Vakantiehuis Noordwijk aan Zee 1936

 

100 jaar Architectuur- overzicht

terug

 

verder