100 jaar architectuur in Rotterdam

1922: Justus van Effenblok

M. Brinkman

Het Justus van Effenblok van Michiel Brinkman in de wijk Spangen  was een experiment voor moderne achitectonische vormgeving. Het rekende af met de tot dan toe veel toegepaste alkoofwoningen. Dit waren goedkope, door speculanten (zonder architect)Het Justus van Effenblok na de renovatie van 1984 gebouwde huizen met een onverlichte tussenkamer (alkoof). Die alkoof werd als oorzaak van veel sociale problemen gezien, met name op het gebied van hygiëne en ventilatie. 

De wijk Spangen is tussen 1913 en 1922 gerealiseerd naar een monumentaal, symmetrisch stratenplan van stadsarchitect Burgdorffer. In Spangen zijn grotendeels gesloten bouwblokken neergezet.

Het Justus van Effenblok is een blok van 150 x 80 meter met vier binnenstraten en 264 woningen. De ingangen tot alle woningen bevinden zich aan de binnenzijde van het blok (m.u.v. de Potgieterstraat). Via vier grote poorten bereikt men het gemeenschappelijk binnenterrrein. De gebouwen hebben vier verdiepingen met etagewoningen op de begane grond en eerste verdieping. Deze hebben een tuin en een uitkragend wasbalkon op de eerste etage. Op de derde en vierde woonlaag zijn maisonnettes met een inpandig balkon, bereikbaar via een doorlopende galerij die tot 3 meter breed is. De woningen hadden in de keuken een stortkoker voor huisvuil. De huurprijs bedroeg F 6,75 per week, waarvan F 0,75 voor de centrale verwarming. De woningen waren voorzien van een radiator in de woonkamer; de slaapkamers werden matig verwarmd door de ongeïsoleerde hoofdleidingbuizen. Met twee goederenliften konden bakkers en melkboeren met hun karren op de bovenstraat komen. Een dergelijke verhoogde woonstraat was nooit eerder toegepast.  Het gebouw dat dwars door het blok loopt huisvestte vroeger de gemeenschappelijke voorzieningen, zoals de CV, het badhuis, de wasruimte en speelterras voor kinderen. Voor 30 cent kon men een douche nemen en voor 40 cent een bad; wassen koste 30 cent of 50 cent met drogen erbij. Behalve de pachter met zijn vrouw werkten in het bad- en washuis twee stokers, een werkster en een caissière. De saamhorigheid in het complex was groot.

Het complex was bedoeld voor de minst draagkrachtigen. Door de verhoogde straat konden meer woningen een eigen voordeur hebben, waren er minder binnentrappen nodig en werd er economischer met het grondoppervlak omgesprongen. Het plan was zeer omstreden en werd slechts door de onvoorwaardelijke steun van opdrachtgever Auguste Plate, directeur van de Gemeentelijke Woningdienst, en de SDAP-wethouder Heijkoop door de Gemeenteraad aangenomen. Volgens de critici zouden de plannen on-Hollands zijn, te collectief (‘in strijd met de onafhankelijke geest van de Nederlanders’) en de voorzieningen werden als te duur ervaren. Ook de toepassing van een galerij zou kunnen leiden tot "gevaren van moreelen aard". De galerij is van grote invloed geweest op de woningbouw in de perioden erna en kan worden gezien als een geslaagde toepassing van deze innovatie in de woningbouw.  In 1984 is begonnen met renovatie van het inmiddels tot rijksmonument verheven complex. Twee maisonnettes zijn samengevoegd tot een vijfkamer woning. Van de 264 woningen zijn er op die manier nog 164 over. De galerij is hersteld en deels vervangen. Het badhuis is door de aanleg van badkamers in de woningen overbodig geworden en werd gebruikt als kinderdagverblijf. Doordat er door reiniging en reparatie van de baksteengevel grote kleurverschillen waren ontstaan is de gevel aan de binnenzijde witgeverfd. Aluminium en kunststof kozijnen en boeiboorden zijn in de plaats gekomen van de houten. Hiermee ging veel van de charme van het complex verloren. In de jaren daar ging het complex door verwaarlozing en slechte bewoning snel achteruit.

In 2010 besloot eigenaar woningcorporatie Woonstad tot een omvangrijke restauratie en renovatie. Aan de buitenkant werd het complex minitieus in oude luister hersteld. Tegelijkertijd werden de uiteindelijk 154 woningen aangepast aan de woonwensen van deze tijd. Het project onder leiding van restauratie architecten Molenaar en Hebly werd in 2013 beloond met de Gulden Feniksprijs in de categorie renovatie. Het complex is omgedoopt tot Justus van Effenkwartier en wordt door slimme marketing als een rijksmonument en als een trendy en hippe woonlocatie in de markt gezet voor moderne bewoners met gemeenschapszin.

 

Ook opgeleverd in 1922:

SVZ W. Kromhout

Andere projecten van M. Brinkman:

In Rotterdam:

Elevatorhuis 1909
Hoofdgebouw Meneba NV Meelfrabriek 1913
Stoomrijstpellerij Van Sillevoldt 1917
Justus van Effenblok 1922
Armen- en weeshuis St Jansplaats (Nwe Binnenweg  31) 1923

 

Elders:

Villa  Hooghalen 1922

  

100 jaar Architectuur- overzicht

terug

 

verder