100 jaar architectuur in Rotterdam

1921: De Kossel betonwingen

J. Hulsbosch

 

In het begin van de twintigste eeuw had men hoge verwachtingen van het gebruik van gewapend beton in de architectuur en van de industrialisatie van de bouw. Het gebruik van beton bleef aanvankelijk beperkt tot utiliteitsbouw. Pas in de jaren twintig werd in Nederland geëxperimenteerd met betonnen woningen. Het bekendste voorbeeld in Nederland is het Amsterdamse Betondorp (1921-1928). Rotterdam nam als eerste het  initiatief om woningbouw in beton uit te voeren. Ook in Den Haag, Utrecht, Den Bosch en Teteringen werden 'betondorpen' gebouwd.

In 1921 liet de gemeente door de onbekende architect J.H. Hulsbosch een buurt met betonbouw realiseren. In 1917 werd hiertoe een besluit genomen. Met name Burgemeester Zimmerman was hiertegen. Hij vond dat woningbouw een zaak voor het bedrijfsleven was, niet de overheid. De sociaal-democratische wethouder Heijkoop, gesteund door Antoine Plate, de directeur van de Gemeentelijke Woningdienst, wist het besluit toch door de gemeenteraad te slepen. Er werd gebruik gemaakt van het gietbouwsysteem van de Duitse firma Kossel & Co. Er werd op betonbouw overgeschakeld om twee redenen. Er heerste enorme woningnood (ruim 10.000 woningen) en de bouwkosten (lonen, materialen) waren enorm gestegen sinds de 1e wereldoorlog. Met beton had men niet langer traditionele materialen en geschoolde bouwvakkers nodig. Bovendien dacht men de bouwtijd te verkorten door met prefab elementen te werken. Dat het bij experimenteren bleef, kwam omdat juist in de loop van de jaren 20 de bouwkosten weer sterk gingen dalen en beton minder noodzakelijk werd. Bovendien bestonden er grote weerstanden tegen betonbouw om esthetische redenen.

De Kossel bestaat in totaal uit 788 woningen en werd in twee fasen gerealiseerd. De Kossel I bevind zich tussen de Violierstraat en de Hortensiastraat. Het Kosselsysteem, ontwikkeld door Schnellbau Paul Kossel uit Bremen, is een gietbouwsysteem, waarbij het beton in eenvoudige houten bekistingen werd gegoten. Het beton werd op de bouwplaats gemengd en over rails naar de bestemming gevoerd. De houten kozijnen werden naar Duits gebruik pas later aangebracht. De gevels waren afgewerkt met een plint van kleurige tegels; de rest werd afgepleisterd. Er zijn schuine houten kappen en zowel betonnen als houten platte daken toegepast.

Het tuindorp is architectonisch en stedenbouwkundig zorgvuldig ontworpen. De wijk is symmetrisch opgebouwd met de Balsemienstraat als as, die zich bij het driehoekige Balsemienplein splitst. Hier is een poortgebouw gesitueerd. Voorbij het gereconstrueerde poortgebouw is een plantsoen dat het hart van de totale wijk vormt. Verder zijn voornamelijk laagbouwwoningen in korte bouwblokken in een rechthoekig stratenpatroon toegepast. Het stratenpatroon is gebaseerd op de oude slotenstructuur.De Kossel I maakt, door de schuine pannendaken, een wat dorpse indruk. De gevels zijn op verschillende manieren aangekleed. Hier springen de ingangen in, elders juist weer uit. Nieuw is ook dat de woningblokken elkaar nergens raken zodat er niet zoals elders gesloten blokken ontstonden.

We komen nu in de Kossel II. Deze tweede fase van het plan is soberder dan de eerste. De firma Kossel werd door de gemeente gedwongen de prijs te drukken. Daarom is de uitvoering van de woningen een stuk simpeler en de bouwdichtheid veel hoger in Kossel I.

De Lange Hilleweg vormt de grens tussen Bloemhof en de Strevelswijk. In het midden ligt een singel. Aan de linkerhand zien we een blok met betonwoningen uit 1930. Ze vormen het sluitstuk van de Kossel en werden door W. van Tijen ontworpen. Ze werden uitgevoerd met behulp van het Korrelbeton-systeem, dat nog goedkoper was dan het Kosselsysteem, door de herbruikbare bekisting. Een deel van de woningen werd bedekt met baksteenstrips, een verlaat protest tegen het industriële uiterlijk van de betonbouw.

In de jaren tachtig is met renovatie van de wijk begonnen. Aanvankelijk zijn te zwakke gebouwen gesloopt en vervangen. Op aandringen van buurtbewoners is vanaf 1990 overgegaan op zoveel mogelijk behoud door restauratie en reconstructie. Het kinderdagverblijf hier is ontworpen door architectengroep Delfshaven en dateert uit 1993. Een groot deel van Kossel II is gerenoveerd door Peters & Boogers. Enkele verzakte blokken werden gesloopt en vervangen door nieuwbouw van DKV, A3 architecten en een winkelcentrum van Atelier Pro

 

Ook opgeleverd in 1921:

Woningblok Oostplein (Koophandel) onbekend

 

Andere projecten van J. Hulschbos:

Elders:

Kosselwoningen Betondorp Amsterdam 1921



 


100 jaar Architectuur- overzicht
terug
verder